ECLI:NL:GHSHE:2011:BU7339
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- P.C.G. Brants
- C.D.M. Lamers
- E.K. Veldhuijzen van Zanten
- Rechtspraak.nl
Weigering adoptie van meerderjarige op grond van nationale wetgeving en EVRM
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de rechtbank Breda om de adoptie van de meerderjarige [Y.] door [X.] toe te staan. [X.] had verzocht om adoptie van [Y.], geboren op [geboortedatum] 1992, en stelde dat er zeer bijzondere omstandigheden waren die een terzijdestelling van de dwingendrechtelijke bepaling in artikel 1:228 BW rechtvaardigden. De rechtbank had eerder geoordeeld dat [Y.] op het moment van indiening van het verzoek tot adoptie meerderjarig was, waardoor adoptie volgens de nationale wet niet mogelijk was.
Het hof overwoog dat het recht op adoptie niet expliciet door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) wordt gegarandeerd. Het hof concludeerde dat de weigering om adoptie toe te staan, enkel omdat [Y.] meerderjarig was, niet kan worden aangemerkt als een ongeoorloofde inmenging in het recht op een ongestoorde inrichting van het familie- en gezinsleven. Het hof stelde vast dat de voorwaarden voor adoptie, zoals vastgelegd in de nationale wet, niet waren vervuld en dat er geen zeer bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op deze regels rechtvaardigden.
De uitspraak benadrukt de scheiding tussen nationale wetgeving en internationale verdragen, waarbij het hof de rechtsvormende taak van de rechter niet wilde overschrijden door adoptie van meerderjarigen toe te staan, terwijl de wetgever expliciet heeft gekozen voor adoptie van minderjarigen. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank Breda, waarmee het verzoek van [X.] werd afgewezen.