ECLI:NL:GHSHE:2011:BU3303
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- W.Th.M. Raab
- M.C. van Dijkhuizen
- M. Breur
- Rechtspraak.nl
Compensatie van proceskosten in hoger beroep na overlijden van de geïntimeerde
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, betreft het een hoger beroep dat voortvloeit uit een eerder vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak is aanhangig gemaakt door appellante [X.], die in hoger beroep ging tegen de proceskostenveroordeling in eerste aanleg. De procedure is bijzonder omdat deze zich afspeelt na het overlijden van de geïntimeerde [Y.]. Het hof heeft in een tussenarrest van 12 juli 2011 de partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de gevolgen van dit overlijden voor de procedure. Appellante [X.] heeft aangevoerd dat zij geen belang meer heeft bij de bestrijding van het vonnis, behalve de wens om de proceskostenveroordeling te laten vernietigen en te verzoeken om compensatie van de proceskosten in zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.
Het hof heeft overwogen dat, hoewel er mogelijkheden zijn voor compensatie van proceskosten in gevallen van familie- of huwelijkse relaties, de specifieke omstandigheden van deze zaak geen aanleiding geven voor compensatie. Het hof heeft vastgesteld dat [X.] niet heeft voldaan aan eerdere bevelen van de voorzieningenrechter, wat heeft bijgedragen aan de noodzaak voor [Y.] om opnieuw een kort geding aan te spannen. Dit kort geding is echter niet meer doorgegaan vanwege het overlijden van [Y.]. Het hof heeft geconcludeerd dat de non-coöperatieve houding van [X.] en de verslechterende gezondheid van [Y.] hebben geleid tot de huidige situatie.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis waarvan beroep bekrachtigd en [X.] veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die zijn begroot op € 1625,-. De uitspraak is gedaan op 1 november 2011 door de rechters W.Th.M. Raab, M.C. van Dijkhuizen en M. Breur.