ECLI:NL:GHSHE:2011:BU3301

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 juli 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
HD 200.083.818 T
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep na overlijden van geïntimeerde in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, ging het om een hoger beroep dat was ingeleid door appellante [X.] tegen het vonnis van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 17 februari 2011. De zaak had betrekking op een civiele procedure waarin [Y.] als eiser optrad. Het hoger beroep werd ingeleid met een exploot van dagvaarding op 8 maart 2011. Tijdens de procedure werd het hof op de hoogte gesteld van het overlijden van [Y.] op 28 maart 2011. Dit leidde tot de noodzaak voor appellante [X.] om te reageren op de gevolgen van dit overlijden voor de procedure. Het hof besloot de zaak naar de rol te verwijzen, zodat [X.] schriftelijk haar zienswijze kon geven. De verdere beslissing werd aangehouden, en het hof stelde een rolzitting vast op 26 juli 2011 voor een akte uitlating van de appellante. De uitspraak van het hof vond plaats op 12 juli 2011, waarbij de rechters W.Th.M. Raab, M.C. van Dijkhuizen en M. Breur betrokken waren. Het hof hield iedere verdere beslissing aan totdat de zienswijze van [X.] was ontvangen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector civiel recht
zaaknummer HD 200.083.818/01
Arrest van de dertiende kamer van 12 juli 2011
in de zaak van
[X.],
wonende te [woonplaats],
appellante,
advocaat: mr. W.H.F.L. Rademakers,
tegen:
wijlen [Y.] ,
gewoond hebbende te [woonplaats],
geïntimeerde,
advocaat: mr. R. Paardekooper,
op het bij exploot van dagvaarding van 8 maart 2011 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank ’s-Hertogenbosch gewezen vonnis van 17 februari 2011 tussen appellante - [X.] - als gedaagde en geïntimeerde - [Y.] - als eiser.
1. Het geding in eerste aanleg (zaaknr. 226125 / KG ZA 11-88)
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.
2. Het geding in hoger beroep
2.1. Bij voormeld exploot heeft [X.] grieven aangevoerd en geconcludeerd tot vernietiging van het vonnis waarvan beroep en, kort samengevat, tot afwijzing van de vordering van [Y.], met compensatie van de proceskosten in eerste aanleg en in hoger beroep, aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
2.2. Bij memorie van antwoord heeft [Y.] de grieven bestreden.
2.3. Partijen hebben daarna de gedingstukken overgelegd en uitspraak gevraagd.
3. De gronden van het hoger beroep
Voor de inhoud van de grieven verwijst het hof naar de memorie van grieven.
4. De beoordeling
4.1. Uit de namens [Y.] ingediende memorie van antwoord is het hof gebleken dat [Y.] op 28 maart 2011 is overleden. Alvorens een beslissing in deze zaak te nemen, is het hof van oordeel dat [X.] dient te kunnen reageren op het overlijden van [Y.] en wel voor wat betreft de gevolgen daarvan voor de onderhavige procedure. Gelet daarop zal het hof de zaak naar de rol verwijzen opdat [X.] schriftelijk haar zienswijze kan geven.
4.2. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
5. De uitspraak
Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 26 juli 2011 voor akte uitlating zijdens appellante;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. W.Th.M. Raab, M.C. van Dijkhuizen en M. Breur en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 12 juli 2011.