in het rapport van verzekeringsarts Knepper:
- de onder 4.3.5 vermelde conclusie (pagina’s 16 en 17)
“De verzekeringsgeneeskundige diagnose luidt somatisatiestoornis bij een emotioneel labiele kwetsbare vrouw, die waarschijnlijk nooit in staat is geweest duurzaam fulltime te werken en een inadequate beroepskeus heeft gedaan. De stoornis is therapeutisch moeilijk beïnvloedbaar maar geeft op zichzelf geen aanleiding tot een verminderde levensverwachting. Inmiddels is mevrouw [X.] in rustiger vaarwater gekomen en in staat te functioneren als partner en moeder.
Dit geeft, bovenstaande in overweging genomen, aanleiding tot de volgende beperkingen:
Mevrouw [X.] heeft normale (= toereikend voor dagelijks functioneren) mogelijkheden om persoonlijk en sociaal te functioneren (rubrieken I en II FML). Er zijn (waarschijnlijk altijd al aanwezige) specifieke voorwaarden in arbeid met betrekking tot werken onder tijdsdruk, in hoog tempo, met veelvuldige onderbrekingen of deadlines. [X.] is buiten staat te functioneren in arbeid die conflicthantering als kerntaak vereist. Zij kan niet functioneren in een mannengemeenschap of onder “macho”gedrag van haar meerdere.
Ze heeft normale mogelijkheden ten aanzien van dagelijks fysieke handelingen. Maar er zijn beperkingen ten aanzien van fysiek functioneren (rubrieken III-V FML) in eisen die daar ver bovenuit gaan. Zo is mevrouw [X.] buiten staat zware (meer dan 5-10kg) voorwerpen te hanteren. Ze kan niet in een rokerige omgeving werken. Ze kan zo nodig iets van de grond rapen of even aan de grond werken, maar ze is niet in staat langdurig of frequent te bukken, knielen, hurken of buigen. Ze kan zo nodig reiken, ook bovenhands, maar niet veelvuldig of lang volgehouden. Ze kan in principe normaal zitten, staan en lopen, maar niet langer dan ruim de helft van een werkdag staan of lopen, mits met enige taakautonomie om even te kunnen gaan zitten.
Ze is qua arbeidspatroon (rubriek VI FML) in staat onder deze voorwaarden ongeveer halve dagen te functioneren Ze kan pas vanaf ongeveer 09.00u naar haar werk gaan en niet
’s avonds of ’s nachts werken.
Voor het overige heeft mevrouw [X.] mogelijkheden ongeveer in overeenstemming met haar achtergrond en leeftijd. Het lijkt mij niet onmogelijk dat zij in staat zou zijn halve dagen administratief werk te doen, een en ander ter uiteindelijke beoordeling aan de arbeidsdeskundige.
- pagina 17, onder 5.3. Bespreking: “Een somatisatiestoornis is een aandoening die geclassificeerd wordt als een psychische aandoening. De stoornis gaat gepaard met allerlei chronische lichamelijke klachten die gewoonlijk overgaan, dan wel normaliter geen aanleiding hoeven vormen voor medische behandeling. Dat gebeurt bij deze stoornis wel en vaak met grote volhardendheid hoewel behandelingen meestal niet helpen. Zo ontstaat in de loop der jaren een grote medische consumptie, zowel van behandeling als van medicatiegebruik. (…) in professionele termen is sprake van als ziekelijk te kwalificeren niet verwijtbaar gedrag. Het is moeilijk dit gedrag te doorbreken omdat het angstige mensen met een zwakke structuur - zoals mevrouw [X.]-– houvast en zekerheid biedt. (…)”.
- pagina 19, beantwoording van vraag 5): er is sprake van een medische eindtoestand;
- pagina 19, beantwoording van vraag 6): wanneer [X.] zich laat behandelen met cognitieve gedragstherapie, is er een kans dat [X.] in staat zal zijn tot het verrichten van loonvormende arbeid. Die kans is bescheiden en een kwestie van heel lange adem; dit is niet in een percentage uit te drukken;
- pagina 19, beantwoording van vraag 7) met verwijzing naar onderdeel 4.3.2 van het rapport: er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de stoornis haar levensverwachting zal bekorten. De verzekeringsarts acht de kans dat [X.] de leeftijd van 65 jaar zal bereiken, rekening houdend met haar gezondheidstoestand : “als de soortgelijke gezonde”.