ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ7986
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- T. Rothuizen-van Dijk
- C.N.M. Antens
- P.M. Arnoldus-Smit
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding tussen aannemer en opdrachtgever over bouw woning
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding tussen Aannemersbedrijf [X.] B.V. en [Y.], de opdrachtgever, naar aanleiding van een geschil over de bouw van een woning. De partijen hebben een aannemingsovereenkomst gesloten waarbij de aanneemsom voor de ruwbouw € 248.576,-- bedroeg en voor de afwerking € 108.000,--. [Y.] heeft de woning gedeeltelijk betrokken in oktober 2008 en bewoont deze sinds eind 2009 volledig. In eerste aanleg heeft [X.] B.V. een vordering ingesteld voor betaling van een bedrag van € 60.249,63, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke incassokosten. De voorzieningenrechter heeft de hoofdsom en rente toegewezen, maar de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing.
In hoger beroep heeft [X.] B.V. één grief aangevoerd tegen de afwijzing van de buitengerechtelijke kosten. Het hof heeft de feiten uit het vonnis van de voorzieningenrechter overgenomen en beoordeeld of de vordering van [X.] B.V. alsnog toegewezen kon worden. Het hof oordeelt dat de kosten als bedoeld in artikel 6:96 lid 2 sub c BW aannemelijk zijn gemaakt en dat de vordering van € 1.788,-- toewijsbaar is. [Y.] heeft in zijn memorie van antwoord een tegenvordering ingesteld, maar het hof oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor de vordering van [Y.] en dat deze niet kan slagen.
Het hof vernietigt het vonnis van de voorzieningenrechter voor zover het meer of anders gevorderde is afgewezen en wijst de vordering van [X.] B.V. toe. [Y.] wordt veroordeeld in de kosten van het appel. Dit arrest is gewezen op 14 juni 2011 door de zesde kamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.