Uitspraak
mr. L.B.A. van Logtestijnte Breda,
mr. Ph.C.M. van der Vente ‘s-Hertogenbosch.
1.Het geding in hoger beroep
2.Grieven
3.Feiten
Grief 1 in principaal beroepis gericht tegen de vaststelling onder 2.3 dat de Rabobank Breda op 6 maart 2008 een financieringsvoorstel aan [appellant] heeft gestuurd en dat [appellant] niet akkoord is gegaan met dit financieringsvoorstel.
Grief 2 in principaal beroepis gericht tegen de vaststelling onder 2.4 dat [appellant] de samenwerking met [geïntimeerde] heeft beëindigd. Het hof zal beide grieven, voor zover nodig, bij de beoordeling van het hoger beroep in zijn overwegingen betrekken. Voor het overige bestaat over de juistheid van de door de rechtbank vastgestelde feiten geen geschil, zodat in zoverre ook het hof van die feiten zal uitgaan.
4.Beoordeling
2. Onderwerp van de overeenkomst
Duur van de overeenkomst
5. Honorarium/tarieven en betaling
grieven in principaal beroep, die zich lenen voor gezamenlijke behandeling, strekken ten betoge dat de rechtbank in het bestreden vonnis ten onrechte heeft geoordeeld dat [appellant] honorarium aan [geïntimeerde] is verschuldigd op grond van de werkelijk door haar aan de opdracht bestede uren.
Grief 1 in incidenteel beroepis gericht tegen de afwijzing van het primair gevorderde bedrag van € 58.690,80 (inclusief BTW).
grief 2 in incidenteel beroep.