ECLI:NL:GHSHE:2010:BQ9264
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden
- Bod
- Schouten
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake loonvordering tussen appellant en geïntimeerde
In deze zaak gaat het om een loonvordering die door appellant [X.] is ingesteld tegen de besloten vennootschap [Y.]’s INTERNATIONAAL TRANSPORT B.V. De zaak is aanhangig gemaakt bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch na een eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond, sector kanton, locatie Venlo, op 14 oktober 2009 en 6 januari 2010. Appellant heeft op 1 april 2010 hoger beroep ingesteld tegen de vonnissen van de rechtbank. De zaak is ter rolle van 20 april 2010 aangebracht, waarbij de geïntimeerde [Y.]’s B.V. door haar advocaat is verschenen.
Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten met als doel het beproeven van een minnelijke regeling of doorverwijzing naar mediation. De comparitie is gepland voor 19 juli 2010 om 9.30 uur, waarbij zowel appellant als geïntimeerde in persoon of door een deugdelijk vertegenwoordiger aanwezig moeten zijn. De advocaat van appellant is opgedragen om uiterlijk 15 juni 2010 een fotokopie van het volledige procesdossier over te leggen. Het hof heeft verder iedere beslissing aangehouden tot de comparitie.
De uitspraak is gedaan door de achtste kamer van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 1 juni 2010, waarbij de rechters mrs. Smeenk-van der Weijden, Bod en Schouten betrokken waren. Het hof heeft de zaak in het openbaar behandeld en de comparitie is bedoeld om verdere stappen in de procedure te bepalen.