ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ9270
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden
- M.J.H.A. Venner-Lijten
- E.A.G.M. Waaijers
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep loonvordering en toepasselijkheid CAO op arbeidsovereenkomst
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X.] tegen [Y.] inzake een loonvordering. [X.] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld tegen [Y.] voor het betalen van achterstallig loon, wettelijke verhogingen en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft in zijn vonnis van 14 oktober 2009 geoordeeld dat de CAO niet van toepassing was op het overeengekomen salaris, met uitzondering van de perioden waarin de CAO algemeen verbindend was verklaard. [X.] heeft in hoger beroep drie grieven aangevoerd, waarbij hij betoogt dat de CAO wel degelijk van toepassing is op zijn salaris en dat hij recht heeft op de gevorderde bedragen.
Het hof heeft de feiten vastgesteld en is van oordeel dat de CAO niet van toepassing is op het salaris dat in de arbeidsovereenkomst van 1 maart 2002 is overeengekomen. Het hof heeft de Haviltexmaatstaf toegepast om te beoordelen of partijen bij de arbeidsovereenkomst de CAO op het salaris van toepassing hebben willen verklaren. Het hof concludeert dat er geen bewijs is dat [Y.] expliciet heeft willen aansluiten bij de functieloonschaal en trede van de CAO. De vorderingen van [X.] worden afgewezen, en het hof bekrachtigt de vonnissen van de kantonrechter. [X.] wordt veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.