ECLI:NL:GHSHE:2010:BO4338
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- M. Smeenk-van der Weijden
- W. Waaijers
- Z. Zweers-van Vollenhoven
- Rechtspraak.nl
Proeftijdontslag door werknemer vóór aanvang van de werkzaamheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [X.] tegen [Y.], vertegenwoordigd door de curator mr. D.P.W.H. Cremers, in verband met een arbeidsovereenkomst die op 12 februari 2008 was gesloten. De arbeidsovereenkomst, die inging op 1 april 2008, bevatte een proeftijd van twee maanden. Op 7 maart 2008 heeft [X.] telefonisch aan [Y.] laten weten dat hij afzag van de arbeidsovereenkomst, terwijl de overeenkomst nog niet was ingegaan. [Y.] heeft vervolgens aanspraak gemaakt op een gefixeerde schadevergoeding van één maand bruto salaris, omdat [X.] de opzegtermijn niet in acht zou hebben genomen. De kantonrechter heeft de vordering van [Y.] afgewezen, met de overweging dat de proeftijd niet van toepassing was omdat de arbeidsovereenkomst nog niet was aangevangen.
In hoger beroep heeft het hof geoordeeld dat de curator niet voldoende heeft aangetoond dat [X.] onrechtmatig heeft gehandeld of in strijd met goed werknemerschap heeft gehandeld. Het hof heeft vastgesteld dat de proeftijd ook geldt voor een nog niet begonnen arbeidsovereenkomst, zoals vastgelegd in artikel 7:676 lid 1 BW. Het hof concludeert dat [X.] de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd en dat er geen sprake is van een onregelmatige opzegging. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de vorderingen van [Y.] af. Tevens wordt de curator veroordeeld tot terugbetaling van hetgeen [X.] aan [Y.] heeft voldaan, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep.