ECLI:NL:GHSHE:2010:BN0678
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J. Buhrs-Platschorre
- N.J.L.M. Tuijn
- E.F.G.M. Gelderman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens gebrek aan inhoudelijke grieven
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Haarlem. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 20 februari 2009, maar het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep. Dit gebeurde op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, dat stelt dat als de verdachte geen schriftuur met grieven heeft ingediend of mondeling bezwaren tegen het vonnis heeft opgegeven, het hoger beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard zonder onderzoek van de zaak zelf.
De verdachte had op 20 februari 2009 een grievenformulier ingevuld, maar de aantekening daarop was niet voldoende om de bezwaren tegen het vonnis duidelijk te maken. Het hof oordeelde dat de formulering van de grieven niet voldeed aan de eisen die aan een schriftuur in de zin van artikel 410 van het Wetboek van Strafvordering worden gesteld. De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen en had zijn bezwaren tegen het vonnis niet mondeling toegelicht, wat de situatie verder bemoeilijkte.
Het hof benadrukte dat, hoewel aan de formulering van grieven geen hoge eisen worden gesteld, er wel een actieve proceshouding van partijen wordt verwacht, waarbij duidelijk moet worden gemaakt wat de bezwaren tegen het vonnis zijn. Aangezien de verdachte niet in staat was om zijn bezwaren voldoende te onderbouwen, heeft het hof besloten om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.