In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1979 en woonachtig te Breda, was betrokken bij een dodelijk verkeersongeval op 4 mei 2008. Tijdens het rijden onder invloed van alcohol overschreed hij de maximumsnelheid en verloor hij de controle over zijn voertuig, wat resulteerde in een ongeval waarbij een inzittende, zijn vriend, om het leven kwam. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, waarin de verdachte was vrijgesproken van roekeloos rijden. Het hof oordeelde dat de verdachte roekeloos had gehandeld door met een snelheid van meer dan 120 km/u door een bocht te rijden, terwijl de adviessnelheid 90 km/u was. Het hof achtte de verdachte schuldig aan overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij de schuld bestond in roekeloosheid en het feit leidde tot de dood van een ander. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 maanden voorwaardelijk, een werkstraf van 240 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 3 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn verantwoordelijkheid voor de financiële afwikkeling van het ongeval en zijn openheid naar de nabestaanden van het slachtoffer.