ECLI:NL:GHSHE:2009:BI2992
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- H. Vermeulen
- Antens
- Harinxma thoe Slooten
- Rechtspraak.nl
Hoofdelijkheid van bestuurders bij kredietovereenkomst en inschrijving in het handelsregister
In deze zaak, gewezen door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 april 2009, staat de hoofdelijkheid van bestuurders van een besloten vennootschap centraal in relatie tot een kredietovereenkomst. Staalbankiers N.V. heeft een kredietovereenkomst gesloten met EDG Beheer BV, waarbij [X.] en [Y.] als bestuurders worden aangesproken voor de resterende schuld na het faillissement van EDG Beheer. De kern van het geschil betreft de vraag of artikel 2:180 lid 2 BW van toepassing is, dat bestuurders hoofdelijk aansprakelijk stelt voor verplichtingen van de vennootschap die zijn aangegaan voordat deze in het handelsregister is ingeschreven.
De feiten van de zaak zijn als volgt: EDG Beheer werd opgericht op 10 juli 2002 en op dezelfde dag werd een kredietovereenkomst met Staalbankiers gesloten. De inschrijving van EDG Beheer in het handelsregister vond pas plaats op 15 juli 2002. Staalbankiers vorderde betaling van [X.] en [Y.] op grond van hun hoofdelijkheid als bestuurders, maar zij betwistten deze aansprakelijkheid. De rechtbank had eerder de vorderingen van Staalbankiers afgewezen, omdat de kredietovereenkomst een opschortende voorwaarde bevatte die niet was vervuld op het moment van ondertekening.
Het hof oordeelt dat de kredietofferte geen opschortende voorwaarde bevatte, waardoor EDG Beheer al op 10 juli 2002 gebonden was aan de overeenkomst. Het hof concludeert dat de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn, maar overweegt ook dat de toepassing van artikel 2:180 lid 2 BW in deze specifieke omstandigheden niet redelijk is. Staalbankiers was immers goed op de hoogte van de oprichting van EDG Beheer en had voldoende zekerheid over haar kredietwaardigheid. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank, waarbij de vorderingen van Staalbankiers worden afgewezen, en veroordeelt Staalbankiers in de proceskosten van het hoger beroep.