ECLI:NL:GHSHE:2008:BG9635
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- N. van Beelen
- R.J. Koopman
- J.C.K.W. Bartel
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vraag of werkzaamheden van belanghebbende hoofdzakelijk ondersteunend zijn in de zin van de Wet IB 2001
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, die samen met haar echtgenoot een vennootschap onder firma (vof) runt, tegen een uitspraak van de Rechtbank. De kern van het geschil betreft de vraag of de werkzaamheden die belanghebbende verricht voor de vof hoofdzakelijk van ondersteunende aard zijn, zoals gedefinieerd in artikel 3.6, lid 2, onderdeel a van de Wet inkomstenbelasting 2001. Het Hof heeft vastgesteld dat de bewijslast bij belanghebbende ligt om aan te tonen dat haar werkzaamheden niet hoofdzakelijk ondersteunend zijn. Na een zorgvuldige analyse van de door belanghebbende verrichte werkzaamheden, waaronder het opmaken van offertes en het voeren van klantgesprekken, concludeert het Hof dat belanghebbende slaagt in deze bewijslast. Het Hof oordeelt dat de werkzaamheden van belanghebbende complementair zijn aan die van haar echtgenoot en dat het samenwerkingsverband niet ongebruikelijk is. Het hoger beroep wordt gegrond verklaard, de uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd en de aanslag wordt verminderd tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.822. Tevens wordt de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.