ECLI:NL:GHSHE:2008:BD3369
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Bijlsma
- J.W.J. Huige
- J.W. Verstraate
- Rechtspraak.nl
Noodsituatie en heffing van belasting van personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm) die aan belanghebbende was opgelegd. De belanghebbende stelde dat hij in een noodsituatie verkeerde omdat hij zijn zoontje moest ophalen en niet over vervoer beschikte. Het Hof oordeelde dat de wetgeving inzake bpm geen mogelijkheid biedt om de heffing in geval van een noodsituatie achterwege te laten. Het Hof volgde daarmee het standpunt van de Rechtbank, die eerder het beroep van belanghebbende ongegrond had verklaard.
De belanghebbende had tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld, maar het Hof oordeelde dat de belanghebbende voldoende gelegenheid had gehad om de auto te registreren en de bpm te voldoen. Het Hof verwierp ook de stelling van de belanghebbende dat hij niet voldoende was geïnformeerd over de heffing van bpm. Het Hof stelde vast dat hem een waarschuwings- en informatieformulier was uitgereikt, waarin duidelijk werd aangegeven wat de gevolgen konden zijn van het rijden met een niet-geregistreerde auto.
Het Hof concludeerde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en bevestigde de uitspraak van de Rechtbank. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De zaak betreft dus de vraag of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en of de belanghebbende in zijn rechten was geschonden.