ECLI:NL:GHSHE:2008:BD1422
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van de waardering van onroerende zaak in het kader van de Wet WOZ
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 20 maart 2008 uitspraak gedaan op het verzoek van de heer X, hierna te noemen belanghebbende, om herziening van een eerdere uitspraak in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). Het verzoek tot herziening is ingediend naar aanleiding van een beschikking van de verweerder, het Hoofd van de afdeling belastingen van de gemeente Y, die op 1 september 2001 de waarde van de onroerende zaak aan de A-straat 1 te Y had vastgesteld op fl. 327.000 (€ 148.386). Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Het Hof had eerder het beroep van belanghebbende tegen deze beslissing ook ongegrond verklaard, en de Hoge Raad had het cassatieberoep daartegen verworpen.
Belanghebbende verzocht het Hof om herziening op basis van nieuwe feiten en omstandigheden die zich na de eerdere uitspraak hadden voorgedaan. Het Hof oordeelde dat de gestelde feiten, zoals de termijnoverschrijding en de onveilige situatie van de onroerende zaak, niet relevant waren voor de herziening, omdat deze feiten zich pas na de peildatum van 1 januari 1999 hadden voorgedaan. Het Hof concludeerde dat deze omstandigheden geen invloed hadden op de eerdere waardebeschikking en dat, indien deze feiten eerder bekend waren geweest, dit niet tot een andere uitspraak zou hebben geleid.
Het Hof verklaarde het verzoek tot herziening ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing werd ter openbare zitting uitgesproken en afschriften zijn op die datum aan de partijen verzonden. Belanghebbende had eerder al beroep in cassatie ingesteld tegen de mondelinge uitspraak van het Hof, en deze schriftelijke uitspraak vervangt die mondelinge uitspraak. Tegen deze schriftelijke uitspraak kan geen nieuw beroep in cassatie worden ingesteld, maar belanghebbende kan binnen zes weken na verzending van deze schriftelijke uitspraak de gronden van het eerder ingestelde beroep aanvoeren of aanvullen.