ECLI:NL:GHSHE:2007:BC9341

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 november 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
20-001912-07
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Breda. De verdachte, geboren in 1990, werd beschuldigd van het (mede)plegen van ontucht met een minderjarige, geboren in 1992, die op het moment van de feiten 13 jaar oud was. De tenlastelegging omvatte verschillende seksuele handelingen die de verdachte en zijn mededaders zouden hebben gepleegd. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het eerdere vonnis, maar het hof oordeelde dat de enkele aanwezigheid van de verdachte bij de seksuele handelingen onvoldoende bewijs opleverde voor medeplegen of medeplichtigheid aan ontucht. Het hof merkte op dat de verdachte weliswaar een condoom aan een medeverdachte had verstrekt, maar dit was niet ten laste gelegd en diende daarom buiten beschouwing te blijven. Ook het maken van foto- of filmopnames met een mobiele telefoon tijdens de handelingen werd niet bewezen geacht. Het hof sprak de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. Daarnaast werd de benadeelde partij, de minderjarige, in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte werd opgelegd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij de verdachte werd vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 20-001912-07
Uitspraak : 12 november 2007
TEGENSPRAAK
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Breda van 27 april 2007 in de strafzaak met parketnummer 02-801090-06 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
wonende te [adres].
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de eerste rechter zal bevestigen.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
primair.
hij op of omstreeks 17 juni 2006 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum] 1992), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer], hebbende verdachte en/of
(een of meer van) zijn mededader(s)
- zijn/hun penis(sen) in de mond en/of de vagina van [slachtoffer] geduwd/gebracht/gehouden en/of
- zijn/hun vinger(s) in de vagina van [slachtoffer] geduwd/gebracht/gehouden
en/of
- -met zijn/hun hand(en over de borst(en) en/of billen en/of vagina, althans het lichaam van [slachtoffer] gewreven en/of
- zijn/hun penis(sen) tegen de billen, althans het lichaam van [slachtoffer] geduwd/gehouden.
subsidiair.
[medeverdachte] en/of (een) ander(en) op of omstreeks 17 juni 2006 te Tilburg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum]1992), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van [slachtoffer], hebbende [medeverdachte] en/of (eenof meer van) [medeverdachte] zijn mededader(s)
- zijn/hun penis(sen) in de mond en/of de vagina van [slachtoffer]
geduwd/gebracht/gehouden en/of
- zijn/hun vinger(s) in de vagina van [slachtoffer] geduwd/gebracht/gehouden
en/of
- met zijn/hun hand(en over de borst(en) en/of billen en/of vagina, althans
het lichaam van [slachtoffer] gewreven en/of
- zijn/hun penis(sen) tegen de billen, althans het lichaam van [slachtoffer]
geduwd/gehouden
bij/aan het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen daar, opzettelijk behulpzaam is geweest door en/of tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, toen daar opzettelijk gelegenheid heeft verschaft door
- met [medeverdachte] en/of de mededader(s) naar boven in de woning van [slachtoffer] te gaan en/of
- met [medeverdachte] en/of de mededader(s) in de (slaap)kamer van [slachtoffer]
te gaan/blijven, waardoor hij verdachte en zijn mededader(s) een nummeriek
en/of fysiek overwicht op [slachtoffer] hebben/heeft gehad en/of
- het licht op die kamer uit te uit te doen en/of
- met het/een licht van een (mobiele) telefoon op/bij [slachtoffer] te schijnen/houden en/of
- met een (mobiele) telefoon (een) foto/film)opname(s) te maken van [slachtoffer].
meer subsidiair.
hij op of omstreeks 17 juni 2006 te Tilburg opzettelijk aanwezig is geweest bij het plegen van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (meermalen) pijpen en/of hebben van gemeenschap/neuken, door een persoon, te weten [slachtoffer], waarvan de verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
Vrijspraak
Ten aanzien van het primair en subsidiair tenlastegelegde:
Verdachte wordt primair tenlastegelegd – kort gezegd – het (mede)plegen van ontucht en subsidiair medeplichtigheid daaraan. Verdachtes raadsman heeft vrijspraak bepleit en hiertoe (onder meer) aangevoerd dat er geen sprake is van het medeplegen van ontucht, noch van medeplichtigheid daaraan.
Het hof overweegt hieromtrent het volgende.
Uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de processtukken is gebleken dat op 17 juni 2006 een aantal jongens in de leeftijd van 15 tot 18 jaar seksuele handelingen heeft gepleegd met de destijds 13-jarige aangeefster [slachtoffer].
Ten aanzien van de destijds 15-jarige verdachte is komen vast te staan dat hij bij die handelingen aanwezig was maar zelf geen seksuele handelingen heeft verricht met aangeefster.
De enkele aanwezigheid van verdachte in groepsverband bij de seksuele handelingen alsmede het beschijnen daarvan door middel van het licht van de mobiele telefoon is echter onvoldoende voor het bewijs van het tenlastegelegde medeplegen en de tenlastegelegde medeplichtigheid. Het hof merkt op dat verdachte aan een medeverdachte een condoom heeft verstrekt maar dit is primair noch subsidiair tenlastegelegd zodat dit buiten beschouwing dient te blijven. Voorts acht het hof niet bewezen dat verdachte met de mobiele telefoon tijdens de tenlastegelegde seksuele handelingen met [slachtoffer] foto- of filmopnames heeft gemaakt.
Het hof spreekt verdachte derhalve vrij van het medeplegen en medeplichtigheid van ontucht.
Nu het hof op grond van het bovenstaande tot vrijspraak van het primair en subsidiair tenlastegelegde komt, behoeft het verweer van de raadsman dat er geen sprake is van ontucht geen nadere bespreking.
Ten aanzien van het meer subsidiair tenlastegelegde:
Verdachtes raadsman en de advocaat-generaal hebben ten aanzien van dit feit vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat artikel 248c van het Wetboek van Strafrecht ziet op de aanwezigheid van publiek bij ontuchtige handelingen door minderjarigen.
Met de raadsman en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat artikel 248c van het Wetboek van Strafrecht zich richt tegen het bijwonen van vertoningen van kinderporno wanneer zij optreden in een erotische show. Daarvan is hier geen sprake omdat “het publiek” bestaande uit de groep waartoe verdachte behoorde zelf seksuele handelingen met de minderjarige heeft verricht.
Het hof spreekt verdachte derhalve vrij van dit feit.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [sl[slachtoffer] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld, strekkende tot schadevergoeding tot een bedrag van EUR 9.244,79. Deze vordering is bij vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van EUR 2.500,-.
De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd tot een bedrag van EUR 2.500,-.
Nu aan verdachte ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade veroorzaakt zou zijn, geen straf of maatregel wordt opgelegd en evenmin toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht, kan de benadeelde partij [sl[slachtoffer] in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart de benadeelde partij, [sl[slachtoffer], in haar vordering niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door
mr. A.C. Otten, voorzitter,
mr. C. Lo-Sin-Sjoe en mr. A.R.O. Mooy,
in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoekstra, griffier,
en op 12 november 2007 ter openbare terechtzitting uitgesproken.