ECLI:NL:GHSHE:2007:BB7756
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.C.A.M. Claassens
- K. van der Meijde
- S.B.M. Voorhoeve
- Rechtspraak.nl
Verzoek schadevergoeding ex artikel 89 Sv en uitleg begrip 'zaak' in artikel 591a Sv
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 oktober 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot schadevergoeding op basis van artikel 89 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De verzoeker had eerder in eerste aanleg te maken gehad met twee dagvaardingen, waarbij de politierechter op 16 maart 2006 de zaken had gevoegd. In een eerder arrest van 18 juni 2007 had het hof het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van een van de dagvaardingen en de verzoeker ontslagen van rechtsvervolging voor een andere. De verzoeker was echter veroordeeld voor mishandeling, waarvoor voorlopige hechtenis was toegelaten.
De kern van de zaak draait om de uitleg van het begrip 'zaak' zoals bedoeld in artikel 89 Sv en artikel 591a Sv. Het hof oordeelt dat de term 'zaak' in deze context verwijst naar alles wat betrekking heeft op het rechtsgeding, zoals vastgelegd in de inleidende dagvaarding. Het hof verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin is vastgesteld dat de uitleg van het begrip 'zaak' niet gewijzigd is en dat de wetssystematiek geen ruimte biedt voor een andere interpretatie.
Het hof concludeert dat de verzoeker niet kan worden ontvangen in zijn verzoek tot schadevergoeding, omdat de zaak niet is geëindigd op de wijze zoals bedoeld in artikel 89 Sv. De verzoeker ervaart dit als onbillijk, maar het hof ziet geen reden om af te wijken van de vaste rechtspraak van de Hoge Raad. De beslissing van het hof is dat de verzoeker niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn verzoek.