ECLI:NL:GHSHE:2007:BB7224
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen opheffing voorlopige hechtenis in moordzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 6 november 2007 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank te 's-Hertogenbosch van 30 oktober 2007, waarbij de voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven. De verdachte wordt verdacht van moord op [naam slachtoffer] op 16 maart 2007. Na een periode van inverzekeringstelling werd op 29 maart 2007 een bevel tot bewaring afgegeven, gevolgd door een bevel tot gevangenhouding op 4 april 2007 en een verlenging op 7 mei 2007. Het onderzoek ter terechtzitting is op 4 juli 2007 aangevangen en geschorst tot 20 september 2007. Op 25 september 2007 vond een nieuwe behandeling plaats, maar deze werd door het hof als niet rechtsgeldig beoordeeld omdat een lid van de meervoudige kamer niet de hoedanigheid van rechter bezat.
Het hof oordeelt dat de voorlopige hechtenis niet van rechtswege vervalt na drie maanden, zoals de raadsman van de verdachte aanvoert. De rechtsgrond voor de voorlopige hechtenis blijft bestaan, ook al is er een gebrek in de samenstelling van de rechtbank. Het hof weegt het belang van de maatschappij, die de verdachte beschouwt als een gevaar voor de openbare orde, zwaarder dan het belang van de verdachte bij opheffing van de voorlopige hechtenis. Het hof vernietigt de beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis af.