ECLI:NL:GHSHE:2007:BB1919
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A. Bijlsma
- T. Blokland
- H.W.M. van Kesteren
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de status van BIO-ALCAMID als chirurgische inplanteringsprothese onder de Wet op de omzetbelasting 1968
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 juni 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van X B.V. tegen de schriftelijke uitspraak van de Rechtbank Breda. Het geschil betreft de vraag of het product BIO-ALCAMID moet worden aangemerkt als een chirurgische inplanteringsprothese volgens post a.35 van Tabel I van de Wet op de omzetbelasting 1968. Het Hof heeft vastgesteld dat het product, na inbrenging in het lichaam, een vaste vorm aanneemt en op de plaats van inbrenging blijft totdat het eventueel wordt verwijderd. Het Hof oordeelt dat het product dient ter vervanging van verloren lichaamsweefsel en dat het alleen door artsen mag worden ingebracht, waarbij de Inspecteur niet heeft kunnen onderbouwen dat ook verpleegkundigen deze handeling mogen verrichten.
Het Hof heeft verder overwogen dat de inbrenging van het product door injectie, in plaats van door incisie, niet in de weg staat aan de kwalificatie als chirurgische prothese. De maatschappelijke opvattingen over chirurgie zijn veranderd, en behandelingen met injecties kunnen ook onder deze definitie vallen. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en het gelijk aan belanghebbende gegeven, waarbij het de Inspecteur heeft veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op € 966. De uitspraak van het Hof biedt belangrijke inzichten in de juridische kwalificatie van medische producten en de toepassing van belastingwetgeving in dit kader.