ECLI:NL:GHSHE:2006:BA4731
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde boete bij naheffingsaanslag loonbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep van X B.V. tegen een opgelegde boete in het kader van een naheffingsaanslag loonbelasting/premie volksverzekeringen voor het tijdvak van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999. De boete van € 3.156,= werd opgelegd omdat de belasting niet was betaald, wat volgens het hof te wijten was aan het opzet van de belanghebbende. Het hof oordeelt dat zowel de belanghebbende als zijn gemachtigde zich bewust moesten zijn van de verplichting om loonbelasting in te houden over de tantième en dat het onjuist was om aangifte te doen zonder deze tantième te verwerken. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag, maar de Inspecteur handhaafde de beschikking. Tijdens de zitting op 19 april 2006 werd het standpunt van de belanghebbende besproken, waarbij hij stelde dat de aangifte niet correct was gedaan door de persoon die als zijn gemachtigde was bedoeld. De Inspecteur betwistte dit en concludeerde dat er sprake was van opzet. Het hof oordeelde dat de opgelegde boete van 50% terecht was, gezien de omstandigheden van de zaak en de wetgeving omtrent bestuurlijke boeten. De beslissing werd op 4 augustus 2006 uitgesproken, waarbij het hof het beroep ongegrond verklaarde.