ECLI:NL:GHSHE:2006:AY3616
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- J.M.W.M. van den Elzen
- W.E.C.A. Valkenburg
- S.B.M. Voorhoeve
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de vordering van benadeelde partijen in een zedendelict tegen een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 juli 2006 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak betreft een zedendelict waarbij de verdachte, geboren in 1930, werd aangeklaagd door twee minderjarige slachtoffers, aangeduid als benadeelde 1 en benadeelde 2. Het hof heeft vastgesteld dat de officier van justitie niet heeft voldaan aan de inspanningsverplichting van artikel 167a van het Wetboek van Strafvordering, dat een hoorrecht voor minderjarige slachtoffers van twaalf jaar of ouder bij vervolging van bepaalde zedendelicten waarborgt. Ondanks deze omissie heeft het hof geoordeeld dat de belangen van de slachtoffers voldoende zijn meegenomen in de vervolgingsbeslissing, aangezien de officier van justitie kennis heeft genomen van de verklaringen van de slachtoffers die hun wens tot strafvervolging duidelijk maakten.
Het hof heeft de verklaringen van de slachtoffers als betrouwbaar beoordeeld, ondanks de verdediging die stelde dat deze verklaringen onbetrouwbaar waren. De verdediging voerde aan dat de aangifte van benadeelde 1 mogelijk een wraakactie was en dat de verklaringen van benadeelde 2 beïnvloed waren door benadeelde 1. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de verklaringen van beide slachtoffers in overeenstemming zijn en dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
De strafmaat is vastgesteld op een taakstraf van vijftig uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft rekening gehouden met de hoge leeftijd van de verdachte en het feit dat hij nog niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld. De beslissing van het hof is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft het vonnis van de eerste rechter voor het overige bevestigd.