ECLI:NL:GHSHE:2005:BD8074
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Bod
- Huijbers-Koopman
- De Klerk-Leenen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding na mishandeling met drinkglas in café
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 9 augustus 2005 uitspraak gedaan in hoger beroep over een civiele vordering van de appellant, die verwondingen had opgelopen tijdens een vechtpartij in een café. De appellant, die als benadeelde partij was opgetreden in een strafzaak tegen de geïntimeerde, vorderde een schadevergoeding van € 3.733,= voor de littekens in zijn gezicht, een pantalon en kosten voor rechtsbijstand. De rechtbank had eerder een bedrag van € 2.233,= toegewezen, waarvan € 2.000,= voor immateriële schade. De appellant was het niet eens met deze beslissing en ging in hoger beroep.
Het hof overwoog dat de appellant onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stellingen over de geestelijke schade die hij zou hebben geleden door de mishandeling. De door hem overgelegde foto’s van zijn verwondingen werden weliswaar erkend, maar het hof vond de voorgestelde schadevergoeding van € 3.500,= voor immateriële schade niet gerechtvaardigd, gezien de aard van de verwondingen en de vergoedingen in vergelijkbare zaken. Het hof concludeerde dat een schadevergoeding van € 2.000,= redelijk en billijk was.
De grieven van de appellant, die strekten tot een hogere schadevergoeding en een betere motivering van de uitspraak van de rechtbank, werden verworpen. Het hof bekrachtigde het vonnis van de rechtbank en veroordeelde de appellant in de proceskosten van het hoger beroep. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij het vorderen van schadevergoeding in civiele zaken, vooral in gevallen van immateriële schade.