ECLI:NL:GHSHE:2004:BQ1759
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Mr. Van der Kaaden
- Mrs. Grundemann
- Mr. Van Beuge
- Mr. Polkamp
- Rechtspraak.nl
Toepassing van sanctierecht voor volwassenen bij overtreding van de Auteurswet 1912
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 september 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank 's-Hertogenbosch, dat op 16 september 2003 was gewezen. De verdachte, geboren in 1984 en woonachtig op een adres in Nederland, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder uitgesproken vonnis. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte. De zaak betreft een overtreding van de Auteurswet 1912, waarbij het hof moest vaststellen of de verdachte inbreuk had gemaakt op het auteursrecht van een ander. Het hof concludeert dat uit het proces-verbaal van de politie blijkt dat anderen dan de verdachte rechthebbenden zijn ten aanzien van het auteursrecht, waardoor het verweer van de verdachte wordt verworpen.
Het hof heeft zich verenigd met het beroepen vonnis, met uitzondering van de opgelegde straf en de strafmotivering. Het hof past artikel 77b van het Wetboek van Strafrecht toe, waarbij het sanctierecht voor volwassenen wordt toegepast, gezien de persoonlijkheid van de verdachte en de omstandigheden van het feit. De raadsman van de verdachte had aangevoerd dat de buitenlandse maatschappijen, vertegenwoordigd door een stichting, niet hadden aangetoond dat zij de rechthebbenden van de auteursrechten zijn. Het hof verwerpt deze stelling en oordeelt dat het openbaar ministerie niet hoeft te bewijzen dat de stichting rechthebbende is.
Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Het hof legt een taakstraf op van tachtig uren, die kan worden vervangen door veertig dagen hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. Het hof bevestigt het beroepen vonnis voor het overige. Deze uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier, Mr. Polkamp, en is openbaar uitgesproken op de zitting van het hof.