ECLI:NL:GHSHE:2001:AD8485
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Koopman
- M. Leclercq-van Schaik
- Rechtspraak.nl
Recht op aftrek van verhuiskosten in verband met dienstbetrekking
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, is het recht van de belanghebbende op aftrek van verhuiskosten aan de orde. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 december 2001, waarbij de belanghebbende, vergezeld door haar echtgenoot, en de Inspecteur aanwezig waren. De belanghebbende was sinds maart 1996 werkzaam bij een bedrijf in B en verhuisde in juli 1997 van C naar D, gemeente Y. De afstand van haar oude woning naar haar werkplek was ongeveer 116 km, terwijl de afstand van haar nieuwe woning naar haar werkplek ongeveer 81 km per trein en 86 km per auto bedraagt. De belanghebbende had voor de verhuizing geen binding met de regio Y.
De partijen waren het oneens over de reistijden voor en na de verhuizing. Vaststaat dat de reistijd vóór de verhuizing minimaal 3 uur en 36 minuten per dag bedroeg, terwijl deze na de verhuizing niet meer dan 2 uur en 30 minuten was. De Inspecteur stelde een reistijd van 2 uur en 40 minuten na de verhuizing voor, maar het Hof ging uit van de door de belanghebbende aangegeven reistijd van 2 uur en 30 minuten. De belanghebbende stelde dat de tijdwinst in de praktijk groter was door het ontbreken van overstappen en vertragingen na de verhuizing.
Het Hof oordeelde dat de belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat haar verhuizing noodzakelijk was in verband met haar dienstbetrekking. De stelling van de Inspecteur dat de waarde van de oude woning lager was dan die van de nieuwe woning deed hier niet aan af. Het Hof concludeerde dat de belanghebbende recht had op aftrek van de verhuiskosten, en de aanslag werd verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 36.366,--. De belanghebbende had geen aanspraak gemaakt op proceskostenvergoeding, en het Hof gelastte de Inspecteur om het griffierecht van ƒ 85,-- aan de belanghebbende te vergoeden.