ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1349
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke naheffingsaanslag en verzuimboete bij X B.V. voor het jaar 1998
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 april 2001 uitspraak gedaan in het beroep van X B.V. tegen de beslissing van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De zaak betreft een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1998 tot en met 31 december 1998. X B.V. had verzocht om toepassing van artikel 11, lid 1, letter b, sub 5 van de Wet omzetbelasting 1968, wat betreft de verhuur van onroerende zaken aan een werkmaatschappij. De Inspecteur legde een verzuimboete op van 5% van het na te heffen bedrag, omdat X B.V. de verschuldigde belasting niet tijdig had aangegeven en voldaan.
De mondelinge behandeling vond plaats op 21 maart 2001, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en de Inspecteur aanwezig waren. Het Hof oordeelde dat de boete terecht was opgelegd, ondanks het argument van X B.V. dat de belasting bij de werkmaatschappij voor aftrek in aanmerking kwam. Het Hof benadrukte dat X B.V. alerter had moeten zijn, gezien eerdere suppletie-aangiften voor het jaar 1997 met dezelfde correctie. De hoogte van de verzuimboete werd niet onevenredig geacht in verhouding tot het bedrag van de suppletie-aangifte en de op tijd afgedragen belasting.
Het Hof bevestigde de bestreden uitspraak en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden op de hoogte gesteld van hun recht om binnen vier weken een schriftelijk verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke.