ECLI:NL:GHSHE:2001:AB1031
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- P.J.M. Bongaarts
- A.C.J. Viersen
- R.J. Koopman
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing en dubbele belastingverdragen in het kader van schadeloosstelling
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, gaat het om een beroep van belanghebbende X tegen de uitspraak van de Inspecteur inzake de aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1996. De aanslag was oorspronkelijk berekend op een belastbaar inkomen van ƒ 405.658,--, maar na bezwaar is dit verlaagd naar ƒ 394.142,--. Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij de Inspecteur een vertoogschrift heeft ingediend. De zaak betreft de vraag of een schadeloosstelling, die belanghebbende heeft ontvangen na beëindiging van zijn dienstverband bij het T-concern, moet worden aangemerkt als een beloning in de zin van de belastingverdragen met Turkije en Indonesië, en of deze schadeloosstelling in aanmerking kan worden genomen voor de voorkoming van dubbele belasting.
Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende in verschillende landen heeft gewerkt en dat de schadeloosstelling is berekend op basis van zijn dienstjaren en laatstgenoten salaris. Belanghebbende stelt dat de schadeloosstelling moet worden toegerekend aan zijn dienstbetrekkingen in Turkije en Indonesië, maar het Hof oordeelt dat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een rechtstreeks verband tussen de schadeloosstelling en de dienstbetrekkingen. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Inspecteur en oordeelt dat de aanslag niet te laag is vastgesteld, zelfs niet als de dividendvrijstelling zou worden toegepast.
Daarnaast heeft het Hof de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op ƒ 1.065,--, en gelast dat het door belanghebbende betaalde griffierecht van ƒ 80,-- wordt vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 1 maart 2001.