ECLI:NL:GHSHE:2001:AB0798
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Koopman
- K.M.J. van der Vorst
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 februari 2001 uitspraak gedaan in het beroep van belanghebbende, X, tegen de uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst. De mondelinge behandeling vond plaats op 31 januari 2001, waarbij belanghebbende werd bijgestaan door zijn vader, die als jurist optrad. Belanghebbende verzocht om vergoeding van kosten voor rechtsbijstand en reiskosten, maar de Inspecteur betwistte de beroepsmatige aard van de bijstand verleend door de vader. Het Hof oordeelde dat de vader niet beroepsmatig had gehandeld en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. Wel werden de reiskosten van belanghebbende vastgesteld op ƒ 11,--.
Het geschil draaide om de vraag of belanghebbende voldeed aan de urennorm voor de zelfstandigenaftrek in 1996. Het Hof beoordeelde de overgelegde agenda en urenverantwoording van belanghebbende en concludeerde dat hij in voldoende mate aannemelijk had gemaakt dat hij meer dan 1225 uren aan zijn onderneming had besteed. Hierdoor werd de aanslag verminderd tot een belastbaar inkomen van ƒ 11.642,--. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht van ƒ 80,-- en de proceskosten van ƒ 11,--. De uitspraak werd op 22 februari 2001 aan de partijen verzonden, met de mogelijkheid om binnen zes weken beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.