ECLI:NL:GHSHE:2001:AB0737
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.J. Koopman
- K.M.J. van der Vorst
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag omzetbelasting en kwijtschelding verhoging
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch op 14 februari 2001, is het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Inspecteur inzake een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak van 1 januari 1992 tot en met 31 december 1996 aan de orde. De mondelinge behandeling vond plaats op 31 januari 2001, waarbij A, belastingadviseur, optrad als gemachtigde van belanghebbende, en de Inspecteur vertegenwoordigd was door I. Het Hof heeft de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, de naheffingsaanslag gehandhaafd, en het besluit tot kwijtschelding van de verhoging gedeeltelijk vernietigd. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur voldoende aannemelijk had gemaakt dat de verhoging wegens grove schuld terecht was opgelegd, en dat de administrateur van belanghebbende grove nalatigheid had vertoond door de onroerende zaak zonder omzetbelasting te verhuren. Ondanks de stelling van belanghebbende dat deze fout voortkwam uit een onjuiste veronderstelling, oordeelde het Hof dat een ervaren administrateur dergelijke fouten had moeten voorkomen. De ernst van de situatie leidde het Hof tot de conclusie dat een boete van ƒ 10.000,-- passend was. Het beroep werd ten dele gegrond verklaard, en de verhoging werd verder kwijtgescholden tot een bedrag van ƒ 10.000,--. Het Hof gelastte de Inspecteur om het door belanghebbende betaalde griffierecht van ƒ 85,-- te vergoeden en veroordeelde de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 2.130,--. De uitspraak werd op 22 februari 2001 aan de partijen verzonden, met de mogelijkheid om binnen vier weken een schriftelijk verzoek in te dienen voor vervanging van de mondelinge uitspraak door een schriftelijke.