ECLI:NL:GHSHE:2000:AA7680
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot veroordeling van de Inspecteur in proceskosten in belastingzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het verzoek van belanghebbende, aangeduid als X, tot veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten die hij heeft moeten maken in verband met zijn beroep tegen de uitspraak van de Inspecteur op het bezwaarschrift betreffende zijn aanslagen in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1995 en de vermogensbelasting 1996. Het beroep is ingesteld op 23 juli 1999 en is aangevuld op 4 januari 2000. De Inspecteur heeft geen verweer gevoerd tegen het beroepschrift, en belanghebbende heeft zijn verzoek om veroordeling in proceskosten nader onderbouwd in een brief van 24 april 2000.
Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur aan belanghebbende tegemoet is gekomen na het indienen van het beroep. De dochter van belanghebbende heeft het beroepschrift en de overige correspondentie ondertekend, en zij is sinds 1984 directeur en enig aandeelhouder van A B.V. De kosten die in geschil zijn, zijn gerelateerd aan de rechtsbijstand die belanghebbende heeft ontvangen in het kader van zijn beroep. Het Hof heeft geoordeeld dat de kosten van rechtsbijstand in dit geval voor vergoeding in aanmerking komen, ondanks dat het beroepschrift enkel door de directeur van de vennootschap is ondertekend.
De beslissing van het Hof houdt in dat de Inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 710,--. Het Hof heeft hierbij rekening gehouden met de omstandigheden van de zaak en de invloed van de uitkomst op de belastingheffing in latere jaren. De Staat der Nederlanden is aangewezen als de rechtspersoon die de kosten moet vergoeden. De uitspraak is gedaan op 25 september 2000 door R.J. Koopman, lid van de negende enkelvoudige Belastingkamer, en is in het openbaar uitgesproken.