ECLI:NL:GHSHE:2000:AA7678

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
22 september 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
98/04946
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot veroordeling van de gemeente Roermond in proceskosten in het kader van de Wet waardering onroerende zaken

In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het verzoek van belanghebbende, X, tot veroordeling van de directeur van de sector bedrijfsmiddelen en organisatie van de gemeente Y, hierna aangeduid als de ambtenaar, in de proceskosten die belanghebbende heeft moeten maken in verband met zijn beroep tegen de uitspraak van de ambtenaar op het bezwaarschrift. Dit bezwaarschrift betreft de beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak aan de Astraat 1 te Y voor de jaren 1997 tot en met 2000 is vastgesteld.

Het Hof heeft vastgesteld dat belanghebbende op 15 oktober 1998 beroep heeft ingesteld en dat de ambtenaar na het indienen van het beroep alsnog aan belanghebbende tegemoet is gekomen. Belanghebbende heeft een taxatierapport van makelaar Q overgelegd, gedateerd 22 juli 1999, ter ondersteuning van zijn standpunt. Belanghebbende heeft verzocht om een proceskostenveroordeling ten laste van de gemeente Roermond, terwijl de ambtenaar geen standpunt heeft ingenomen.

Het Hof heeft geoordeeld dat er termen aanwezig zijn om de ambtenaar te veroordelen in de proceskosten die belanghebbende redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten van het deskundigenverslag zijn vastgesteld op 4 uur à ƒ 125,--, wat neerkomt op een totaalbedrag van ƒ 587,50, vermeerderd met BTW. Het Hof heeft de gemeente Roermond aangewezen als de rechtspersoon die deze kosten moet vergoeden.

De uitspraak is gedaan op 22 september 2000 door R.J. Koopman, lid van de negende enkelvoudige Belastingkamer, in aanwezigheid van C.A.F.M. Stassen, waarnemend griffier, en is op die dag in het openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

BELASTINGKAMER
Nr. 98/04946
HET GERECHTSHOF TE 's-HERTOGENBOSCH
U I T S P R A A K
Uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, negende enkelvoudige Belastingkamer, op het verzoek van X te Y tot veroordeling van de directeur van de sector bedrijfsmiddelen en organisatie van de gemeente Y (hierna: de ambtenaar) in de kosten die belanghebbende bij het gerechtshof heeft moeten maken in verband met de behandeling van zijn beroep tegen de uitspraak van de ambtenaar op het bezwaarschrift betreffende de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken aan belanghebbende gezonden beschikking waarbij de waarde van de onroerende zaak Astraat 1 te Y voor de jaren 1997 tot en met 2000 is vastgesteld.
1. Ontstaan en loop van het geding
Bij brief van 26 november 1999 heeft belanghebbende het beroep ingetrokken en daarbij het hiervoor bedoelde verzoek gedaan.
De ambtenaar heeft geen vertoogschrift ingediend.
Belanghebbende en de ambtenaar hebben er schriftelijk in toegestemd dat het Hof zonder mondelinge behandeling uitspraak doet. Belanghebbende heeft bij deze toestemming een nadere reactie gegeven op zijn verzoek. Het Hof heeft belanghebbende meegedeeld dat het Hof op die reactie geen acht kan slaan nu die reactie buiten de procesorde is ingediend en heeft belanghebbende daarbij in de gelegenheid gesteld zijn meerbedoelde toestemming te herzien. Belanghebbende heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
2. Feiten
Het Hof stelt op grond van de stukken, als tussen partijen niet in geschil de volgende feiten vast.
2.1. De ambtenaar is alsnog aan belanghebbende tegemoetgekomen nadat belanghebbende het in 1 bedoelde beroep had ingesteld. Het beroep is bij het Hof ingekomen op 15 oktober 1998.
2.2. Belanghebbende heeft bij de aanvulling op zijn beroepschrift een taxatierapport van makelaar Q van 22 juli 1999 overgelegd.
3. Standpunten van partijen
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat in dit geval plaats is voor een proceskostenveroordeling ten laste van de gemeente Roermond. De ambtenaar heeft ter zake geen standpunt ingenomen.
4. Gronden voor de beslissing
Het Hof acht termen aanwezig de ambtenaar te veroordelen in de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van zijn beroep bij het Hof redelijkerwijs heeft moeten maken. Het Hof stelt de kosten van het door een deskundige aan belanghebbende uitgebrachte deskundigenverslag in goede justitie vast op 4 uur á ƒ 125,-- is ƒ 500,-- vermeerderd met de BTW ofwel ƒ 587,50.
5. Beslissing
Het Hof veroordeelt de ambtenaar in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van ƒ 587,50 en wijst de gemeente Roermond aan als de rechtspersoon die de kosten moet vergoeden.
Aldus vastgesteld op 22 september 2000 door R.J. Koopman, lid van voormelde kamer, in tegenwoordigheid van C.A.F.M. Stassen, waarnemend-griffier, en op die dag in het openbaar uitgesproken.
Aangetekend in afschrift aan partijen verzonden
op: 22 september 2000
Het aanwenden van een rechtsmiddel:
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de verzenddatum van deze uitspraak beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden. Daarbij moet het volgende in acht worden genomen:
1. Het instellen van beroep in cassatie geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij dit gerechtshof (Postadres: Postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch).
2. Bij het beroepschrift wordt een afschrift van de bestreden uitspraak overgelegd.
3. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is een griffierecht verschuldigd.
Na het instellen van beroep ontvangt U een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. Indien U na een mondelinge uitspraak griffierecht hebt betaald ter verkrijging van de vervangende schriftelijke uitspraak van het gerechtshof, komt dit in mindering op het griffierecht dat is verschuldigd voor het indienen van beroep in cassatie.
In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.