ECLI:NL:GHSHE:2000:AA7369
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen naheffingsaanslag belasting van personenauto's en motorrijwielen
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (bpm) die is opgelegd door de Inspecteur. De aanslag, gedateerd op 27 februari 1998, bedraagt in totaal ƒ 40.485,--, bestaande uit ƒ 26.990,-- aan enkelvoudige belasting en ƒ 13.945,-- aan verhoging. Het bezwaar van belanghebbende tegen deze aanslag is afgewezen, met uitzondering van de verhoging die is kwijtgescholden. Belanghebbende heeft vervolgens beroep ingesteld bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.
De behandeling van de zaak vond plaats op 9 juni 2000, waar belanghebbende werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en de Inspecteur aanwezig was. Belanghebbende voerde aan dat de naheffingsaanslag door een onbevoegde ambtenaar was opgelegd en dat hij niet in de gelegenheid was gesteld om vrijstelling van bpm aan te vragen. Daarnaast stelde hij dat de heffing in strijd was met het EG-Verdrag.
Het Hof overweegt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Het Hof oordeelt dat het mandaatbesluit, waar de Inspecteur zich op beroept, geldig was, ook al was het op een feestdag vastgesteld. Het Hof concludeert dat belanghebbende niet benadeeld is door het ontbreken van publicatie van het mandaatbesluit, aangezien de aanslag in stand blijft. De grieven van belanghebbende worden verworpen, en het Hof bevestigt de uitspraak van de Inspecteur. De uitspraak van het Hof is gedaan op 20 september 2000.