ECLI:NL:GHSHE:2000:AA7287
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.A. Meijer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen naheffingsaanslag omzetbelasting
In deze zaak gaat het om een beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Inspecteur, die hem niet-ontvankelijk verklaarde in zijn bezwaar tegen een naheffingsaanslag in de omzetbelasting. De naheffingsaanslag, opgelegd op 10 juli 1995, bedroeg fl. 340.406,= met een verhoging van 100%. De Inspecteur verklaarde belanghebbende niet-ontvankelijk in zijn bezwaar op 4 april 1996, omdat het bezwaarschrift niet was gemotiveerd en de termijn om dit te herstellen niet was nageleefd. Belanghebbende ging hiertegen in beroep bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch.
Tijdens de zitting op 24 maart 1998 werd de zaak behandeld, waarbij belanghebbende en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de Inspecteur. Belanghebbende had diverse stukken overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt. Het Hof oordeelde dat de Inspecteur onvoldoende gelegenheid had geboden om het bezwaarschrift te motiveren, wat in strijd was met de zorgvuldigheidsbeginselen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het Hof vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en droeg hem op een nieuwe uitspraak te doen op het bezwaarschrift.
Het Hof oordeelde verder dat de Inspecteur de belastingplichtige niet voldoende had geïnformeerd over de noodzaak van een motivering van het bezwaarschrift. De uitspraak van het Hof leidde tot de veroordeling van de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende, die op fl. 2.840,= werden vastgesteld. Tevens werd het door belanghebbende gestorte griffierecht van fl. 75,= vergoed. De uitspraak werd op 14 september 2000 gedaan en betekende een belangrijke stap in de rechtsbescherming van belastingplichtigen tegen niet-ontvankelijkverklaringen.