ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6805
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot sponsorgelden
In deze zaak heeft het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan op het beroep van belanghebbende tegen de navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over het jaar 1993. De belanghebbende, die een detailhandel drijft met twee winkels, had een navorderingsaanslag ontvangen die was gebaseerd op een belastbaar inkomen van ƒ 102.101,--, na eerder een aanslag te hebben ontvangen van ƒ 76.159,--. De Inspecteur handhaafde de navorderingsaanslag na bezwaar, waarop belanghebbende in beroep ging bij het Hof.
Tijdens de zitting heeft belanghebbende een pleitnota ingediend en bewijsstukken overgelegd, waaronder een sponsorovereenkomst met een besloten vennootschap (BV) die zich bezighoudt met de handel in paarden. De overeenkomst, gesloten op 10 januari 1993, hield in dat de BV reclame zou maken voor de winkels van belanghebbende in ruil voor sponsorgelden. De belanghebbende had in totaal ƒ 30.000,-- aan sponsorgelden betaald, welke hij als zakelijke kosten in aftrek wilde brengen.
Het Hof oordeelde dat de Inspecteur niet kon aantonen dat de sponsorgelden niet als kostenpost konden worden aangemerkt. Het Hof stelde vast dat de BV daadwerkelijk reclame had gemaakt voor de winkels van belanghebbende en dat de uitgaven niet excessief waren in verhouding tot de omzet en winst van de onderneming. Het Hof vernietigde de navorderingsaanslag en de bestreden uitspraak van de Inspecteur, en veroordeelde de Inspecteur tot vergoeding van de proceskosten van belanghebbende, vastgesteld op ƒ 1.420,--. De uitspraak werd op 2 augustus 2000 gedaan.