ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6804
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.J. van Muijen
- M.W.C. Feteris
- A.F.M. Brenninkmeijer
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring inzake inkomstenbelasting 1993
In deze zaak heeft belanghebbende beroep ingesteld bij het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch tegen een uitspraak van de Inspecteur van de rijksbelastingdienst, die haar niet-ontvankelijk verklaarde in haar beroep tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1993. De voorzitter van het Hof had geoordeeld dat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn van zes weken was ingediend. Belanghebbende heeft hiertegen verzet aangetekend, wat door het Hof ongegrond werd verklaard. Vervolgens heeft belanghebbende beroep in cassatie ingesteld, waarop de Hoge Raad op 6 oktober 1999 de uitspraak van het Hof heeft vernietigd en de zaak heeft terugverwezen voor hernieuwde behandeling.
De mondelinge behandeling vond plaats op 15 juni 2000, waarbij belanghebbende en haar gemachtigde, evenals de Inspecteur, aanwezig waren. Belanghebbende stelde dat het beroepschrift tijdig was ingediend en dat de Inspecteur verantwoordelijk was voor eventuele onduidelijkheid in de stempelafdruk. Het Hof oordeelde dat belanghebbende de gestempelde datum redelijkerwijs als 14 juli 1996 had kunnen lezen, wat leidde tot de conclusie dat het verzet gegrond was. De beschikking van de voorzitter werd vervallen verklaard en de zaak werd opnieuw in behandeling genomen.
De uitspraak van het Hof werd op 3 augustus 2000 openbaar uitgesproken. Het Hof heeft de proceskosten aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken beroep in cassatie worden ingesteld bij de Hoge Raad der Nederlanden.