ECLI:NL:GHSGR:2012:BY7039

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
1 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-002508-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep van verdachte in strafzaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 1 november 2012 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage was veroordeeld. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde, maar veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken voor het onder 1 ten laste gelegde, met aftrek van voorarrest. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard, omdat hij niet ter terechtzitting is verschenen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte geen schriftelijke grieven heeft ingediend tegen het vonnis en ook geen mondelinge bezwaren heeft geuit tijdens de zitting. Gezien deze omstandigheden en het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Dit betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld en de eerdere uitspraak van de politierechter in stand blijft.

De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak is openbaar gedaan, wat betekent dat de procedure transparant is verlopen. De niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep is een belangrijke juridische beslissing die de rechten van de verdachte in deze procedure beïnvloedt.

Uitspraak

Rolnummer: 22-002508-11
Parketnummer: 09-900020-10
Datum uitspraak: 1 november 2012
VERSTEK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 12 mei 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1991,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van gevorderd dat de niet ter terechtzitting in hoger beroep verschenen verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 weken, met aftrek van voorarrest. Voorts er is er beslissing genomen omtrent de vordering van de benadeelde partij als nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De verdachte heeft niet een schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het hoger beroep.
BESLISSING
Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. A. Kuijer,
mr. M.I. Veldt-Foglia en mr. C.J. van der Wilt, in bijzijn van de griffier mr. R.W. van Zanten.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 november 2012.