ECLI:NL:GHSGR:2012:BY4624

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-004931-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van witwassen van voertuigen en geldbedragen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 28 november 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte was aangeklaagd voor het witwassen van verschillende voertuigen en geldbedragen, die volgens de aanklacht afkomstig zouden zijn van misdrijf. De tenlastelegging omvatte onder andere het verwerven en voorhanden hebben van een aantal personenauto's en aanzienlijke geldbedragen, waarbij de verdachte zou hebben geweten dat deze voorwerpen uit misdrijf afkomstig waren.

Het hof heeft echter geoordeeld dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte wist dat de ten laste gelegde voorwerpen en geldbedragen van misdrijf afkomstig waren. De verdachte had voldaan aan haar onderzoeksplicht door navraag te doen bij haar medeverdachte over diens werkzaamheden en inkomsten. Het hof concludeerde dat de verdachte geen reden had om te twijfelen aan de herkomst van de voertuigen en de geldbedragen, gezien de verklaringen van de medeverdachte en de omstandigheden waaronder de verdachte gebruik maakte van de voertuigen.

De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis van de rechtbank zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf. Echter, het hof heeft de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde, en het vonnis van de rechtbank vernietigd. De beslissing van het hof is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden van de zaak, waarbij het hof de verklaring van de verdachte als niet onaannemelijk heeft beoordeeld.

Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken. De uitspraak benadrukt het belang van de bewijsvoering in strafzaken, vooral in gevallen van witwassen, waar de intentie en kennis van de verdachte cruciaal zijn voor de beoordeling van de zaak.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004931-11
Parketnummer: 09-997132-09
Datum uitspraak: 28 november 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 12 oktober 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 14 november 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken en ter zake van het subsidiair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
zij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 7 april 2009 te Assen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) voorwerp(en) te weten:
-- één of meer personenauto('s) waaronder
* een BMW 3 serie cabriolet met kenteken [kentekennummer 1] en/of
* een Volvo C70 cabriolet met kenteken [kentekennummer 2] en/of
* een Saab 9-3 cabriolet met kenteken [kentekennummer 3] en/of
* een Mercedes SLK200 cabriolet met kenteken [kentekennummer 4] en/of
* een Saab 9-3 cabriolet met kenteken [kentekennummer 5]
en/of
-- één of meer geldbedrag(en) tot een totaal van circa 120.050 euro, in elk geval één of meer geldbedrag(en), waaronder
* een geldbedrag van 30.000 euro (ter aanvulling financieringstekort bij de bouw van een woning aan de [adres]) en/of
* een geldbedrag van 7.550 euro (aanschaf sierschoorsteenkap openhaard) en/of
* een geldbedrag van 6.500 euro (aanschaf van meubels) en/of
* een geldbedrag van 16.000 euro (aanleg tuin) en/of
* een geldbedrag van 60.000 euro (aanschaf openhaard, keuken, sanitair, tegels in woning en tuinhuis) en/of
* één of meer geldbedrag(en) tot een totaal van circa 45.000 euro (bijdrage in de maandelijkse huishoudkosten)
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, en/althans van dat/die voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, zulks terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s), wist(en) dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, hebbende zij, verdachte en/of haar mededader(s) aldus van witwassen een gewoonte gemaakt;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op één of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2006 tot en met 7 april 2009 te Assen en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) voorwerp(en) te weten:
-- één of meer personenauto('s) waaronder
* een BMW 3 serie cabriolet met kenteken [kentekennummer 1] en/of
* een Volvo C70 cabriolet met kenteken [kentekennummer 2] en/of
* een Saab 9-3 cabriolet met kenteken [kentekennummer 3] en/of
* een Mercedes SLK200 cabriolet met kenteken [kentekennummer 4] en/of
* een Saab 9-3 cabriolet met kenteken [kentekennummer 5]
en/of
-- één of meer geldbedrag(en) tot een totaal van circa 120.050 euro, in elk geval één of meer geldbedrag(en), waaronder
* een geldbedrag van 30.000 euro (ter aanvulling financieringstekort bij de bouw van een woning aan de [adres]) en/of
* een geldbedrag van 7.550 euro (aanschaf sierschoorsteenkap openhaard) en/of
* een geldbedrag van 6.500 euro (aanschaf van meubels) en/of
* een geldbedrag van 16.000 euro (aanleg tuin) en/of
* een geldbedrag van 60.000 euro (aanschaf openhaard, keuken, sanitair, tegels in woning en tuinhuis) en/of
* één of meer geldbedrag(en) tot een totaal van circa 45.000 euro (bijdrage in de maandelijkse huishoudkosten)
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen en/of heeft omgezet, en/althans van dat/die voorwerp(en) gebruik heeft gemaakt, zulks terwijl zij, verdachte en/of haar mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee - voor wat betreft de motivering - niet geheel verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof dient de verdachte - overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal - te worden vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, nu niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte wist dat de ten laste gelegde voorwerpen en geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - van misdrijf afkomstig waren.
Anders dan de advocaat-generaal en met de rechtbank, is het hof voorts van oordeel dat evenmin wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de ten laste gelegde voorwerpen en geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - van misdrijf afkomstig waren, zoals subsidiair is ten laste gelegd. Zo er al omstandigheden zijn die bij de verdachte de gedachte zouden hebben kunnen doen rijzen dat de ten laste gelegde voorwerpen en geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig waren, kan niet worden vastgesteld dat de verdachte heeft gehandeld met grove of aanmerkelijke onvoorzichtigheid. Immers heeft de verdachte voldaan aan haar onderzoeksplicht door de medeverdachte te vragen naar zijn werkzaamheden en inkomsten. De verdachte wist dat de medeverdachte in auto's handelde en hieruit inkomsten had. Zij heeft zelf geconstateerd dat de auto's werden geleverd aan gerenommeerde bedrijven. Gelet hierop hoefde het de verdachte niet te bevreemden dat zij in de gelegenheid werd gesteld achtereenvolgens gebruik te maken van de in de tenlastelegging genoemde personenauto's, nadat zij haar eigen auto daarvoor had ingeruild.
De verdachte kon er voorts vanuit gaan dat de medeverdachte over vermogen beschikte uit de verkoop van het goedlopende familiebedrijf, nu dit bevestigd werd door zijn moeder en broer. Gelet op voornoemde omstandigheden had de verdachte geen vraagtekens hoeven te plaatsen bij de inkomsten en uitgaven van de medeverdachte, zodat ook het aannemen van de maandelijkse bijdrage in de huishouding van € 1.500,- naar het oordeel van het hof geen (schuld)witwassen oplevert. Bovendien acht het hof een dergelijke bijdrage tussen partners die een huishouding delen niet ongebruikelijk.
Voorts acht het hof de verklaring van de verdachte dat de in de tenlastelegging genoemde betalingen voor goederen contant zijn verricht door de medeverdachte met geld dat de verdachte in eerste instantie had geleend, niet onaannemelijk, zodat niet kan worden vastgesteld dat deze geldbedragen van enig misdrijf afkomstig zijn.
De verdachte behoort derhalve zowel van het primair als subsidiair ten laste gelegde te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. J.M. Reinking,
mr. J. Borgesius en mr. G. Dulek-Schermers, in bijzijn van de griffier mr. P. Melis.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 november 2012.