ECLI:NL:GHSGR:2012:BY1534
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- S.R. Mellema
- J.M.Th. van der Hoeven-Oud
- M.H. van Coeverden
- Rechtspraak.nl
Rechtsgeldigheid van ontslag na ziekmelding en ontvangst van ontslagverzoek door UWV
In deze zaak gaat het om de rechtsgeldigheid van een ontslag dat door Seafood Centre B.V. aan [appellant] is verleend, nadat deze zich ziek had gemeld. [appellant] was sinds 31 december 2005 in dienst bij Seafood als vloermanager/bedrijfsleider. Op 24 september 2010 heeft Seafood een verzoek tot ontslagvergunning per fax ingediend bij het UWV WERKbedrijf. Dit verzoek is op 29 september 2010 door het UWV ontvangen, terwijl [appellant] zich op 28 september 2010 ziek meldde. Het hof moest beoordelen of de ziekmelding van [appellant] plaatsvond vóór of nadat het ontslagverzoek door het UWV was ontvangen, in het licht van artikel 7:670 BW, dat een ontslagverbod tijdens ziekte voorschrijft.
Het hof oordeelde dat het ontslagverzoek op 24 september 2010 bij het UWV was binnengekomen en dat de ziekmelding van [appellant] pas daarna volgde. Hierdoor was er volgens het hof geen sprake van schending van artikel 7:670 BW en was de opzegging rechtsgeldig. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, die eerder had geoordeeld dat er geen ontslagverbod van toepassing was en had geoordeeld dat de vorderingen van [appellant] moesten worden afgewezen. [appellant] werd veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die door Seafood waren gemaakt.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste procedure bij het indienen van ontslagverzoeken en de noodzaak voor werkgevers om zich aan de wettelijke vereisten te houden, vooral in situaties waarin werknemers zich ziek melden. Het hof bevestigde dat de datum van ontvangst van het ontslagverzoek bij het UWV bepalend is voor de rechtsgeldigheid van de opzegging, ongeacht het feit dat het verzoek naar een verkeerd adres was gestuurd.