5. Gelet op al hetgeen hierboven is overwogen en de hierboven sub 2.6. vermelde aan [X] toegekende beëindigingsvergoeding ziet het hof geen basis voor toepassing van de in het hierboven sub 2.3. vermelde hardheidsclausule. Immers, wanneer wordt uitgegaan van de door [X] bij zijn laatste akte vermelde inkomenspositie (waarop Stedin nog niet heeft kunnen reageren) - te weten € 3.474,01 bruto per maand tot 21 november 2011 en € 2.293,78 bruto per maand na voormelde datum - zal zijn inkomen tot aan de pensioengerechtigde leeftijd in totaal bezien niet wezenlijk lager zijn dan het door de wachtgeldregeling voorziene niveau en zal er tot dat moment voorts tot op zekere hoogte sprake zijn van premievrije voortgezette opbouw van zijn pensioen uit hoofde van de pensioenregeling van het ABP. [X] heeft niet gesteld, laat staan onderbouwd, dat er reden is om te verwachten dat hij in de toekomst minder arbeidsongeschikt zal worden en/of dat zijn inkomen minder zal (kunnen) worden dan de bedragen die hij ter zake in zijn laatste akte heeft gesteld.
Ter illustratie kan nog het volgende dienen.
Uitgaande van het hierboven sub 2.5. vermelde laatstelijk genoten salaris inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering van € 4.943,16 bruto per maand, komt 70% daarvan neer op afgerond € 3.460,= bruto per maand.
In de periode tussen de beëindiging van het dienstverband en 21 november 2011 - in totaal een periode van naar boven afgerond 4 jaar en 3 maanden - heeft [X] derhalve niet minder dan voormeld 70%-bedrag ontvangen.
Tussen 21 november 2011 en de datum waarop [X] 65 jaar wordt, op welk moment de wachtgelduitkering (indien van toepassing) hoe dan ook zou eindigen, ligt een periode van naar boven afgerond 7 jaar. In die periode zou maandelijks een bedrag van naar boven afgerond € 1.166,43 nodig zijn om aan voormeld 70%-bedrag te komen, hetgeen in totaal neerkomt op € 97.944,= bruto.
Wanneer de beëindigingsvergoeding met laatstgenoemd bedrag wordt verminderd, dan resteert een bedrag van afgerond € 80.000,=
Indien laatstgenoemd bedrag wordt uitgesmeerd over de totale periode tussen datum beëindiging dienstverband en leeftijd 65 jaar, zijnde een periode van 11 jaar en 3 maanden, dan zou dat een bedrag van € 7.111,= per jaar ofwel afgerond € 593,= bruto per maand betekenen. Dat komt neer op afgerond 12% van voormeld bedrag van € 4.943,16.
Zo bezien ontvangt [X] gedurende de periode tussen einde dienstverband en bereiken van de 65-jarige leeftijd zo'n 82% van genoemd bedrag van € 4.943,16.
Bij het bovenstaande moet worden bedacht dat het voormelde laatste salarisbedrag niet is geïndexeerd, maar daar staat tegenover dat de beëindigingsvergoeding bij het einde van het dienstverband is betaald en dus nog rendement kan opleveren.