ECLI:NL:GHSGR:2012:BX0374

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
3 juli 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
22-001078-11
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak van bedreiging met misdrijf tegen het leven

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 3 juli 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, geboren in 1960 en thans gedetineerd, was beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling. De bedreigingen zouden zijn gedaan op 18 januari 2010 te Zoetermeer tegen de benadeelde partij. De verdachte had tegenover de politie en tijdens de zitting in eerste aanleg verklaard dat hij bedreigende uitspraken had gedaan, maar de aangever heeft deze woorden niet gehoord en voelde zich niet bedreigd. Het hof oordeelde dat voor een veroordeling op basis van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht vereist is dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is van de bedreiging. Aangezien de aangever niet op de hoogte was van de bedreigingen, kon niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte de aangever had bedreigd. Het hof vernietigde het vonnis waarvan beroep en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en na het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en hoger beroep.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001078-11
Parketnummer: 09-113475-10
Datum uitspraak: 3 juli 2012
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 28 februari 2011 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1960,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI Midden Holland - HvB De Geniepoort te Alphen aan den Rijn.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van 19 juni 2012.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 18 januari 2010 te Zoetermeer [benadeelde partij] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [benadeelde partij] dreigend de woorden toegevoegd: "als ik door hem mijn uitkering misloop vermoord ik hem" en/of "ik ben tbs'er, ik heb een goede hand over daarmee kan ik slaan" en/of "ik weet je te vinden" en/of "ik maak je af" en/of "als je me nog eenmaal aanraakt dan sloop ik je" en/of "sla(stomp)ik je kop er af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
De verdachte heeft tegenover de politie en ter terechtzitting in eerste aanleg bekend dat hij op 18 januari 2010 te Zoetermeer tegen [benadeelde partij] heeft gezegd "Als je me nog eenmaal aanraakt dan sloop ik je" en "sla ik je kop er af". Bij de politie heeft de verdachte bovendien bekend dat hij heeft gezegd dat hij het hoofd van [benadeelde partij] er af zou slaan dan wel stompen. Uit de tegenover de politie afgelegde verklaring van aangever [benadeelde partij] blijkt evenwel niet dat hij die woorden heeft gehoord. Tevens is niet gebleken dat de aangever op andere wijze op de hoogte is geraakt van de desbetreffende bedreigingen. De aangever heeft verklaard (p. 24) dat hij hoorde dat de verdachte tegen hem zei: "Ik ben tbs-er [...] ik heb een goede hand over daarmee kan ik je ook slaan [...] ik weet je te vinden." De aangever heeft voorts verklaard dat hij zich door deze uitlatingen niet bedreigd voelde en dat hij de verdachte niets heeft horen zeggen over doodmaken of zoiets.
Nu voor een veroordeling ter zake van bedreiging als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht onder meer is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging (vgl. HR 10 februari 2009, LJN: BG6562; HR 23 januari 2011, NJ 2011, 224), kan naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte de aangever heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht. Evenmin kan worden bewezen dat de verdachte de aangever heeft bedreigd met zware mishandeling, nu de door de aangever gehoorde woorden naar 's hofs oordeel geen bedreiging met zware mishandeling opleveren. De verdachte behoort mitsdien te worden vrijgesproken.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. A.L.J. van Strien,
mr. H.M.A. de Groot en mr. J.M. van de Poll, in bijzijn van de griffier mr. H. Biemond.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 3 juli 2012.