ECLI:NL:GHSGR:2012:BW7014
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.H. van Coeverden
- S.R. Mellema
- V. Disselkoen
- Rechtspraak.nl
Doorbreking van het appelverbod in arbeidsgeschillen
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 19 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank 's-Gravenhage, sector kanton, van 31 augustus 2011. De appellant, [Naam], heeft hoger beroep ingesteld tegen de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst, waarbij de rechtbank zich baseerde op artikel 7:685 BW. De appellant stelde dat er zich een doorbrekingsgrond van het appelverbod voordeed, omdat de ontbinding was gebaseerd op een grond die niet was aangevoerd en er geen hoor en wederhoor had plaatsgevonden. De Rabobank, als geïntimeerde, voerde aan dat de beschikking niet verkeerd was geïnterpreteerd en dat er sprake was van een kennelijke misslag in de overwegingen van de rechtbank.
Tijdens de mondelinge behandeling op 8 mei 2012 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Het hof heeft de argumenten van de appellant en de Rabobank zorgvuldig gewogen. Het hof concludeerde dat de door appellant aangevoerde doorbrekingsgrond niet van toepassing was. De overwegingen van de rechtbank werden in de context van de gehele beschikking gelezen, waarbij het hof oordeelde dat de formulering van de rechtbank niet meer was dan een samenvatting van de feiten en omstandigheden die aan het ontbindingsverzoek ten grondslag lagen.
Uiteindelijk heeft het hof het hoger beroep verworpen en de kosten van het geding in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Deze beslissing is genomen door de rechters M.H. van Coeverden, S.R. Mellema en V. Disselkoen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.