ECLI:NL:GHSGR:2011:BV3109
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing nieuw toelatingsverzoek schuldsaneringsregeling binnen 10 jaar na eerdere toepassing
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank Rotterdam, waarin haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het verzoekschrift werd op 1 augustus 2011 ingediend, na een eerdere afwijzing op 22 juli 2011. De rechtbank oordeelde dat [appellante] in de afgelopen tien jaar al eerder onder de schuldsaneringsregeling had gestaan, en dat er geen uitzonderingen van toepassing waren die haar toelating tot de regeling konden rechtvaardigen. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 november 2011, waarbij [appellante] werd bijgestaan door haar advocaat, mr. N. van Bremen.
De rechtbank had vastgesteld dat de schuldsaneringsregeling van 16 februari 2005 tot 15 juni 2007 op [appellante] van toepassing was geweest, en dat deze regeling tussentijds was beëindigd omdat zij niet voldeed aan haar informatieplicht en bovenmatige schulden had laten ontstaan. De wetgeving, met name artikel 288 lid 2 aanhef en onder d van de Faillissementswet, stelt dat een nieuw verzoek om schuldsanering binnen tien jaar na een eerdere regeling moet worden afgewezen, tenzij aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In dit geval was er geen sprake van een van deze uitzonderingen.
Het hof heeft de grieven van [appellante] overwogen, maar concludeerde dat de persoonlijke omstandigheden van [appellante], hoewel ze positief waren, niet voldoende waren om af te wijken van de wettelijke regeling. De jurisprudentie van de Hoge Raad ondersteunt deze conclusie, en het hof heeft besloten het vonnis van de rechtbank te bekrachtigen. Het arrest is uitgesproken op 6 december 2011.