ECLI:NL:GHSGR:2011:BU7822
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- A. Dupain
- A.V. van den Berg
- H.J.H. van Meegen
- Rechtspraak.nl
Incident opheffing tenuitvoerlegging bij voorraad; noodsituatie?
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 13 december 2011 uitspraak gedaan in een incident dat door de appellant was opgeworpen. De appellant, vertegenwoordigd door procureur mr. R.G.B. Everts, verzocht om opheffing van de tenuitvoerlegging van een vonnis van de rechtbank, omdat hij en zijn echtgenote in een noodsituatie zouden verkeren. Het hof had eerder op 26 juli 2011 een tussenarrest gewezen en verwees naar dat arrest voor de feiten tot die datum. Tijdens een comparitie op 9 september 2011 zijn inlichtingen verstrekt, maar partijen zijn er niet in geslaagd om tot een schikking te komen.
De appellant heeft ter onderbouwing van zijn verzoek een overzicht van zijn en zijn partner's gezamenlijke inkomsten en uitgaven overgelegd, evenals bankafschriften en andere relevante documenten. Het hof oordeelde echter dat uit de overgelegde stukken niet bleek dat de voortgezette executie van het vonnis een noodtoestand of onomkeerbare situatie voor de appellant zou veroorzaken. De appellant en zijn partner drijven beide een onderneming, maar de overgelegde stukken gaven geen inzicht in hun vermogenspositie.
Het hof concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de belangen van de geïntimeerde bij de tenuitvoerlegging van het vonnis zouden moeten laten wijken voor die van de appellant. Daarom werd de vordering van de appellant in het incident afgewezen. Het hof besloot om de kosten van het incident in de hoofdzaak te beslissen en verwees de zaak naar de rol van 10 januari voor memorie van grieven.