ECLI:NL:GHSGR:2011:BU7160
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- M.H. van Coeverden
- S.R. Mellema
- J.J. Trap
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep Stena Line B.V. tegen de Ondernemingsraad van Stena Line B.V. inzake vervangende toestemming voor wijziging pensioenregeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Stena Line B.V. tegen de Ondernemingsraad van Stena Line B.V. inzake een verzoek om vervangende toestemming voor wijzigingen in de pensioenregeling van het kantoorpersoneel. Stena Line heeft op 17 juni 2011 een beroepschrift ingediend tegen een beschikking van de kantonrechter te Rotterdam van 12 april 2011, waarin Stena Line niet-ontvankelijk werd verklaard in haar verzoek om toestemming voor de wijziging van de pensioenregeling. De Ondernemingsraad had eerder, op 18 februari 2010, geweigerd toestemming te verlenen voor de voorgestelde wijzigingen, waarna Stena Line de Bedrijfscommissie voor Vervoer en Logistiek om advies had gevraagd. De kantonrechter oordeelde dat de termijn voor het indienen van het verzoekschrift was overschreden, en dat deze termijn van openbare orde is, wat betekent dat de rechter dit ambtshalve moet toetsen. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en oordeelt dat de termijnoverschrijding een vaststaand feit is. Het hof stelt vast dat Stena Line de termijn van dertig dagen, zoals voorgeschreven in artikel 36, lid 4 van de Wet op de ondernemingsraden, niet in acht heeft genomen. Het hof verwerpt de grieven van Stena Line en bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter, waarbij Stena Line niet-ontvankelijk is verklaard in haar verzoek. De uitspraak is gedaan op 29 november 2011.