ECLI:NL:GHSGR:2011:BT2248

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.083.387-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering door verhuurder van onderverhuur van bedrijfsruimte op redelijke grond

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding tussen Super de Boer Winkels B.V. en ING Vastgoed Ontwikkeling B.V. over de weigering van de verhuurder om toestemming te geven voor onderverhuur van een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst, die op 1 april 1999 inging en eindigt op 1 december 2014, staat onderverhuur alleen toe met voorafgaande toestemming van de verhuurder, die deze niet mag weigeren zonder redelijke gronden. Super de Boer, die een verliesgevend filiaal exploiteert, wenst een deel van de gehuurde ruimte onder te verhuren aan Action Non Food B.V. maar kreeg geen toestemming van ING. Super de Boer heeft hiertegen hoger beroep ingesteld na een eerdere afwijzing door de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage. Het hof heeft vastgesteld dat de feiten zoals door de voorzieningenrechter zijn vastgesteld, niet zijn betwist. De kern van het geschil is of ING de onderverhuur op redelijke gronden kan weigeren. Het hof heeft besloten om een comparitie van partijen te gelasten om verdere inlichtingen te verkrijgen en een schikking te beproeven. De comparitie is gepland op 10 november 2011, waarbij partijen deugdelijk vertegenwoordigd moeten zijn. Het hof heeft ook bepaald dat uitstel van de comparitie mogelijk is indien hierom schriftelijk wordt verzocht. Het arrest is gewezen op 13 september 2011 door de rechters A. Dupain, M.J. van der Ven en J.E.H.M. Pinckaers.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Zaaknummer : 200.083.387/01
Zaak-/rolnummer rechtbank: 380196/KG ZA 10-1411
Arrest d.d. 13 september 2011
inzake
SUPER DE BOER WINKELS B.V.,
gevestigd te Veghel,
appellante,
hierna te noemen: Super de Boer,
advocaat: mr. E.H.H. Schelhaas te ’s-Hertogenbosch,
tegen
ING VASTGOED ONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
geïntimeerde,
hierna te noemen: ING,
advocaat: mr. M.F.A. Evers te Amsterdam.
Het geding
Bij exploot van 21 februari 2011 is Super de Boer in hoger beroep gekomen van het vonnis van 24 januari 2011, dat door de voorzieningenrechter van de rechtbank ’s-Gravenhage tussen partijen is gewezen. Het exploot bevat vier grieven tegen het vonnis en er zijn drie producties aan gehecht. ING heeft de grieven bestreden bij memorie van antwoord (met producties). Hierna hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. De voorzieningenrechter heeft onder het kopje “1. De feiten” een aantal feiten vastgesteld, waartegen niet is opgekomen. Ook het hof gaat van die feiten uit. Met inachtneming daarvan en van hetgeen overigens uit de stukken naar voren is gekomen, gaat het in dit kort geding om het volgende.
1.1. De rechtsvoorgangers van partijen hebben een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot een bedrijfsruimte (van ruim 5.000 m2) in het complex Haaglanden Megastores in Den Haag (hierna: Megastores). Ten tijde van het aangaan van de huurovereenkomst was het complex nog in aanbouw. De overeenkomst is ingegaan op 1 april 1999 en eindigt op 1 december 2014, waarna deze – behoudens opzegging – wordt voortgezet voor een periode van vijf jaar. Ten tijde van het wijzen van het vonnis bedroeg de huurprijs € 897.628,32 per jaar (exclusief BTW).
In de huurovereenkomst is bepaald dat circa 5.000 m2 van het gehuurde uitsluitend mag worden gebruikt als supermarkt gelijkwaardig aan de bestemming Waldorperstraat 444.
1.2. Super de Boer gebruikt ongeveer 3.500 m2 van het gehuurde voor de exploitatie van een Super de Boer- supermarktfiliaal. Een kleine 1.400 m2 heeft zij (met goedkeuring van de verhuurder) onderverhuurd aan Aldi Vastgoed B.V. voor de exploitatie van een Aldi supermarktfiliaal. Verder heeft zij nog twee onderhuurders (een bloemist en een winkel voor tijdschriften, cd's en dvd's).
1.3. Het in het gehuurde uitgeoefende Super de Boer-filiaal is de afgelopen jaren verliesgevend geweest.
Super de Boer wenst thans het deel van het gehuurde waarin het Super de Boer-filiaal wordt geëxploiteerd onder te verhuren aan Action Non Food B.V. (hierna: Action). Zij heeft ING gevraagd om toestemming voor onderverhuur danwel ingebruikgeving, maar ING heeft dat geweigerd.
Op grond van de huurovereenkomst is onderverhuur niet toegestaan zonder voorafgaande toestemming van de verhuurder, die de onderverhuur “niet dan op redelijke gronden” kan weigeren.
2. Super de Boer vordert in dit kort geding ING te veroordelen dat Super de Boer tot 1 december 2014 het gedeelte van het gehuurde dat momenteel bij haar (en een andere kleine onderhuurder) in gebruik is, in gebruik verstrekt aan Action ten behoeve van de exploitatie van een Action-vestiging.
3. Na verweer van ING heeft de voorzieningenrechter de vordering afgewezen.
4. Kern van het geschil is of ING de onderverhuur op redelijke gronden weigert. Alvorens daarover te beslissen wenst het hof zich nader voorgelicht te zien, waartoe het een comparitie van partijen zal gelasten. Deze comparitie zal tevens worden benut om een schikking te beproeven. Het hof beschikt over kopieën van het procesdossier.
Beslissing
Het hof:
? beveelt partijen, deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan, vergezeld van hun raadslieden, voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling te verschijnen voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. A. Dupain in het Paleis van Justitie aan de Prins Clauslaan 60 te ’s-Gravenhage, en wel op 10 november 2011 te 10.30 uur;
– bepaalt dat uitstel van deze comparitie eenmaal zal worden verleend, indien daarom, onder opgave van verhinderdata van beide partijen, binnen twee weken na dit arrest schriftelijk wordt verzocht;
– bepaalt dat partijen de bescheiden waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, zullen overleggen door deze uiterlijk twee weken vóór de comparitie aan de griffie handel en aan de wederpartij te zenden;
– houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A. Dupain, M.J. van der Ven en J.E.H.M. Pinckaers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 september 2011 in aanwezigheid van de griffier.