ECLI:NL:GHSGR:2011:BR6282
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontslag van instantie wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 9 augustus 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, [Naam], vertegenwoordigd door mr. H. de Graaf-Waard, had hoger beroep ingesteld tegen vonnissen van de Rechtbank Delft. De geïntimeerde, AHZ Services B.V., vertegenwoordigd door mr. M.E.M. Beijersbergen, was in deze procedure betrokken. De zaak kwam aan het hof omdat de appellant het griffierecht niet tijdig had betaald. Het hof had eerder op 12 juli 2011 bepaald dat het arrest zou worden gewezen op basis van het griffiedossier, aangezien de betaling van het griffierecht uitbleef.
Het hof overwoog dat er geen omstandigheden waren die, volgens artikel 127a lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zouden rechtvaardigen dat de appellant alsnog toegang tot de rechter zou krijgen. De appellant had niet voldaan aan de verplichting om het griffierecht binnen de gestelde termijn te betalen, wat leidde tot het ontslag van de instantie. Het hof oordeelde dat de geïntimeerde overeenkomstig artikel 127a, tweede lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van deze instantie werd ontslagen. Tevens werd de appellant veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep, die aan de zijde van de geïntimeerde waren vastgesteld op € 447,-- voor het salaris van de advocaat.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten en de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting. Het hof heeft de zaak op een zorgvuldige manier behandeld, maar kon niet anders dan de appellant in het ongelijk stellen vanwege de niet-betaling. Dit arrest is in het openbaar uitgesproken, wat de transparantie van de rechtspraak onderstreept.