ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ7876
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onredelijk bezwarende exoneratieclausule in overeenkomst telecommunicatiediensten
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Gravenhage op 14 juni 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen [appellante] en KPN B.V. [appellante] vorderde een schadevergoeding van € 21.329,50, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten, omdat KPN niet tijdig de telefoon- en internetverbinding had geleverd zoals beloofd. De overeenkomst was op 11 november 2008 gesloten, waarbij KPN had toegezegd dat de aansluiting binnen drie tot vier weken gerealiseerd zou zijn. De daadwerkelijke installatie vond echter pas op 15 januari 2009 plaats, wat leidde tot schade voor [appellante].
De rechtbank had de vorderingen van [appellante] afgewezen, omdat KPN volgens de rechtbank niet tekortgeschoten was in haar verplichtingen tot 1 januari 2009. Voor de periode daarna was het onduidelijk of KPN tekortgeschoten was, omdat [appellante] haar schade onvoldoende had onderbouwd. Het hof heeft de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld als vaststaand aangenomen en zich vervolgens gericht op de vraag of de exoneratieclausule in de algemene voorwaarden van KPN onredelijk bezwarend was.
Het hof oordeelde dat de exoneratieclausule, die KPN in haar algemene voorwaarden hanteert, niet onredelijk bezwarend was. Het hof overwoog dat de exoneratie gebruikelijk is in de branche en dat er zich tijdens het leveringsproces onvoorziene technische beletselen kunnen voordoen. Bovendien was de overeenkomst gesloten tussen twee professionele partijen. Het hof concludeerde dat de grieven van [appellante] geen verdere bespreking behoefden, omdat het slagen van de grieven niet zou leiden tot een andere uitkomst dan in eerste aanleg. Het hof bekrachtigde daarom het vonnis van de rechtbank en veroordeelde [appellante] in de kosten van het hoger beroep.