ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ3390
Gerechtshof 's-Gravenhage
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om internationale rechtsbijstand in civiele zaak met betrekking tot getuigenverhoor en dwangmiddelen
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Gravenhage, gaat het om een verzoek om internationale rechtsbijstand in een civiele procedure. De verzoekers, bestaande uit meerdere partijen, hebben de raadsheer-commissaris verzocht om de verweerder opnieuw als getuige op te roepen. Dit verzoek is gedaan op basis van de verplichtingen die voortvloeien uit het internationale recht, waarbij de verzoekers aanvoeren dat de verweerder niet de voorwaarden kan stellen die in het Protocol zijn opgenomen. De verzoekers hebben verschillende manieren voorgesteld om de verweerder te horen, waaronder een oproep in het gebouw van het internationale hof of via video-conferentie. De raadsheer-commissaris heeft overwogen dat de Nederlandse wetgeving van toepassing is op het getuigenverhoor en dat de verweerder in beginsel verplicht is om als getuige te verschijnen, ongeacht het verschoningsrecht.
De raadsheer-commissaris heeft vastgesteld dat de verweerder niet aan zijn getuigenplicht heeft voldaan en dat er geen wettelijk beletsel is voor het beantwoorden van de vragen die in het rechtshulpverzoek zijn gesteld. De verzoekers hebben ook gevraagd om het opleggen van dwangsommen bij ongelegitimeerd zwijgen van de verweerder. De raadsheer-commissaris heeft echter geoordeeld dat het opleggen van dwangsommen aan een weigerachtige partijgetuige niet toelaatbaar is volgens de Nederlandse wet. Dit is in lijn met de wetgeving die stelt dat niemand gedwongen kan worden tegen zichzelf te getuigen. De verzoekers hebben geen belang bij verdere beoordeling van de kwesties die in de rechtsoverwegingen zijn aangestipt, en de raadsheer-commissaris heeft besloten het getuigenverhoor te sluiten en het verzoek van de verzoekers af te wijzen.