ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ0963

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
5 april 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.062.661-01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding over onrechtmatige plaatsing van pollerkast door gemeente

In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door de Vereniging van Eigenaren (VVE) te Zoetermeer tegen de Gemeente Zoetermeer. De VVE had eerder in een kort geding de gemeente veroordeeld om een pollerkast, die onrechtmatig tegen de gevel van hun pand was geplaatst, te verplaatsen. De gemeente heeft hieraan gevolg gegeven door de pollerkast op 28 april 2010 naar voren te plaatsen, maar de VVE betwistte de rechtmatigheid van deze nieuwe plaatsing. De VVE vorderde in hoger beroep een verdere verplaatsing van de pollerkast naar een andere locatie, omdat zij meende dat de huidige plaatsing nog steeds inbreuk maakte op hun rustig genot van het eigendom.

Het hof oordeelde dat het kort geding niet gericht was op de definitieve beslechting van de rechtsstrijd en dat de VVE niet kon aantonen dat er een spoedeisend belang was bij haar vorderingen. De gemeente had de pollerkast inmiddels verplaatst en de VVE had geen concrete argumenten aangedragen die de noodzaak van een verdere verplaatsing onderbouwden. Het hof concludeerde dat de VVE niet-ontvankelijk was in haar hoger beroep en veroordeelde haar in de proceskosten van de gemeente.

De uitspraak benadrukt dat in kort geding procedures het spoedeisend belang van de eisende partij cruciaal is en dat een definitieve regeling niet kan worden verkregen in een kort geding. De beslissing van het hof werd genomen op 5 april 2011, waarbij de kosten van het geding aan de zijde van de gemeente werden begroot op een totaal van € 1.208,--, te betalen door de VVE.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector handel
Zaaknummer : 200.062.661/01
Zaak-/rolnummer rechtbank : 358635 / KG ZA 10-163
Arrest van de eerste civiele kamer d.d. 5 april 2011
inzake
DE VERENIGING VAN EIGENAREN [X] te ZOETERMEER,
gevestigd te Zoetermeer,
appellante,
hierna te noemen: de VVE,
advocaat: mr. A.J.F. Jonesh te 's-Gravenhage,
tegen
DE GEMEENTE ZOETERMEER,
zetelend te Zoetermeer,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de gemeente,
advocaat: mr. E. Grabandt te 's-Gravenhage.
Het geding
Bij exploot van 29 maart 2010 is de VVE in hoger beroep gekomen van het door de voorzieningenrechter in de rechtbank 's-Gravenhage tussen partijen in kort geding gewezen vonnis van 1 maart 2010. Bij memorie van grieven (met producties) heeft de VVE vijf grieven aangevoerd en haar eis gewijzigd. Bij memorie van antwoord (met producties) heeft de gemeente de grieven bestreden. Hierna heeft de gemeente de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. De feiten zoals weergegeven in rechtsoverweging 1 van het bestreden vonnis staan niet ter discussie, zodat ook het hof hiervan uitgaat.
2. In dit hoger beroep gaat het om het volgende.
(2.1) In het thans bestreden vonnis heeft de voorzieningenrechter, van oordeel dat de wijze van de plaatsing door de gemeente van de ten processe bedoelde pollerkast tegen de gevel van het pand van de VVE onrechtmatig was, de gemeente op vordering van de VVE veroordeeld om de pollerkast op haar kosten te verplaatsen, zodanig dat de pollerkast de gevel van het pand van de VVE niet meer raakt.
(2.2) De gemeente heeft aan deze veroordeling gevolg gegeven door de pollerkast op 28 april 2010 uit de gevel naar voren te plaatsen, en wel tot zodanig dat deze thans staat op een afstand van ongeveer 20 cm van de gevel van het pand, evenals voorheen op gemeentegrond.
3. In dit hoger beroep wordt louter de huidige plaats van de pollerkast aangevochten, die volgens de VVE nog steeds onrechtmatig is wegens storing in het rustig genot van haar eigendom.
Na wijziging van eis vordert de VVE thans, verkort en zakelijk weergegeven, primair verplaatsing van de pollerkast naar het vrije stuk muur bij het pand [adres] te Zoetermeer (om de hoek), subsidiair plaatsing van de pollerkast naar het blinde muurtje bij de kerk (aan de overkant) en meer subsidiair naar een afstand van 1.20 meter vanaf de voorgevel van haar pand, zulks op straffe van een dwangsom.
4. De gemeente heeft gemotiveerd verweer gevoerd en allereerst betoogd dat het spoedeisend belang bij dit hoger beroep ontbreekt.
Spoedeisend belang?
5. Vooropgesteld moet worden dat indien in hoger beroep de vraag moet worden beantwoord of een in kort geding verlangde voorziening, hetzij na toewijzing daarvan hetzij na weigering daarvan door de voorzieningenrechter, in hoger beroep voor toewijzing in aanmerking komt, ook in hoger beroep, zonodig ambtshalve, mede dient te worden beoordeeld of de eisende partij ten tijde van het arrest van het Hof bij die voorziening een spoedeisend belang heeft (vgl. HR 31 mei 2002, LJN: AE3437, NJ 2003, 343). Het hof oordeelt dat hiervan geen sprake is en overweegt daartoe als volgt.
6. Vast staat dat de pollerkast – overeenkomstig het bestreden vonnis – inmiddels is verplaatst naar een afstand van circa 20 cm van de gevel van het pand, waarbij de VVE de gelegenheid heeft gehad eerst de door haar gewenste hardstenen platen op haar gevel aan te brengen. De pollerkast staat aldus vrij van de gevel van het pand, en wel op gemeentegrond. Volgens de VVE heeft zij desondanks nog steeds een spoedeisend belang bij haar vorderingen, omdat het helaas niet onwaarschijnlijk is dat de VVE op korte termijn wederom gehouden zal zijn de platen op de voorgevel te vervangen of te repareren, indien deze door graffiti beklad worden of anderszins vernield worden. De kwestie dient eens en voor altijd zo spoedig mogelijk goed geregeld te worden, mede om de kosten van beide partijen zo laag mogelijk te houden.
7. Deze argumenten overtuigen niet. Allereerst is het kort geding niet gericht op beslechting van de rechtsstrijd. Een definitieve regeling die de VVE kennelijk beoogt kan in kort geding niet worden verkregen. Daarnaast is de enkele mogelijkheid van graffiti of vernieling van de hardstenen beplating anderszins, dusdanig onbepaald en speculatief dat niet geoordeeld kan worden dat thans een onmiddellijke voorziening bij voorraad, in de vorm van verdere verplaatsing van de pollerkast, wordt vereist. Hier komt nog bij dat mag worden aangenomen dat de gemeente haar toezegging bij memorie van antwoord (onder 40) gestand zal doen om te willen meewerken aan een oplossing, mochten reparatiewerken noodzakelijk zijn die nopen tot een kortstondige verplaatsing van de pollerkast.
In de proceskostenveroordeling in eerste aanleg kan evenmin een (spoedeisend) belang worden gevonden, nu de gemeente in eerste aanleg in de proceskosten is veroordeeld.
8. De slotsom is dan ook dat de VVE niet in haar hoger beroep kan worden ontvangen wegens het ontbreken van een spoedeisend belang. Hierbij past een proceskosten¬veroordeling ten laste van de VVE.
Beslissing
Het hof:
- verklaart de VVE niet-ontvankelijk in het door haar ingestelde hoger beroep van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank 's-Gravenhage van 1 maart 2010;
- veroordeelt de VVE in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van de gemeente tot op heden begroot op € 314,-- aan verschotten en € 894,-- aan salaris advocaat, en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A.F. Tan-de Sonnaville, J. Kramer en E.M. Dousma-Valk en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 april 2011 in aanwezigheid van de griffier.