ECLI:NL:GHSGR:2011:BP8428

Gerechtshof 's-Gravenhage

Datum uitspraak
15 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.077.613/01
Instantie
Gerechtshof 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding over uitvoerbaar bij voorraad verklaring van voorlopige voorziening

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Gravenhage diende, ging het om een hoger beroep in een kort geding met betrekking tot de uitvoerbaarheid bij voorraad van een voorlopige voorziening die door de kantonrechter was toegewezen. De kantonrechter had in zijn vonnis van 22 oktober 2010 geoordeeld dat de vordering van de geïntimeerde, hierna aangeduid als [geïntimeerde], aannemelijk was en dat er voldoende spoed was om een voorlopige voorziening te treffen. De kantonrechter had Wolkenkrabbers c.s. hoofdelijk veroordeeld tot betaling van €5000,00 bruto aan [geïntimeerde].

In het hoger beroep vorderde [geïntimeerde] dat de voorlopige voorziening alsnog uitvoerbaar bij voorraad zou worden verklaard. Wolkenkrabbers c.s. voerden aan dat het hof niet kon oordelen zoals de kantonrechter had gedaan, maar het hof oordeelde dat de eerdere beslissing van de kantonrechter niet anders kon worden geïnterpreteerd dan dat er sprake was van een kennelijke omissie. Het hof oordeelde dat de belangen van [geïntimeerde] zwaarder wogen dan die van Wolkenkrabbers c.s. en dat de voorlopige voorziening alsnog uitvoerbaar bij voorraad moest worden verklaard.

Het hof besloot verder dat Wolkenkrabbers c.s. in de kosten van het incident moesten worden veroordeeld, omdat hun standpunt aanleiding had gegeven tot het incident. Het hof verklaarde het arrest uitvoerbaar bij voorraad en bepaalde dat de hoofdzaak ambtshalve werd geroyeerd. Dit arrest werd uitgesproken ter openbare terechtzitting op 15 maart 2011, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE Sector handel
Zaaknummer : 200.077.613/01
Rolnummer rechtbank : 1132283 CV EXPL 10-39773
arrest in het incident van de achtste civiele kamer d.d. 15 maart 2011
inzake
1. V.O.F. Wolkenkrabbers,
gevestigd te Rotterdam,
2. [appellante],
wondende te [woonplaats],
3. [appellant],
wonende te [woonplaats], [land],
appellanten in de hoofdzaak,
geïntimeerden in het incident,
hierna te noemen: Wolkenkrabbers cs,
advocaat: mr. R.A. van Winden te Naaldwijk, gemeente Westland,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde in de hoofdzaak,
appellante in het incident
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. E.H.P. Dingenouts te Rotterdam.
Het geding in hoger beroep (vervolg)
In vervolg op het tussenarrest van 28 december 2010 heeft op 25 januari 2011 een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
Vervolgens heeft [geïntimeerde] arrest in het incident gevraagd op basis van het comparitiedossier, waarvan deel uitmaakt de op voorhand toegezonden en op de comparitie genomen memorie van antwoord in het incident.
Beoordeling van het hoger beroep (vervolg)
1. De kantonrechter heeft in het vonnis van 22 oktober 2010 onder 5.17. als volgt over¬wogen:
"Op grond van al hetgeen hiervoor is overwogen acht de kantonrechter thans aannemelijk dat de vordering in de hoofdzaak zal worden toegewezen. Dat [geïntimeerde] een voldoende spoed¬eisend belang heeft bij een voorlopige voorziening is door haar voldoende aannemelijk ge¬maakt. In het mogelijke restitutierisico acht de kantonrechter bij afweging van de belan¬gen van enerzijds [geïntimeerde] en anderzijds Wolkenkrabbers c.s. onvoldoende grond gelegen voor af¬wij¬zing van de gevraagde voorziening. Nu tegen de hoogte van de gevorderde voor¬ziening geen af¬zonderlijk verweer is gevoerd, zal de kantonrechter de provisionele vordering toe¬wij¬zen als gevorderd. Wolkenkrabbers c.s. zullen hoofdelijk veroordeeld worden tot beta¬ling van een bedrag van €5000,00 bruto."
2. In het dictum heeft de kantonrechter onder het kopje "In het incident" als volgt beslist:
"veroordeelt Wolkenkrabbers c.s. hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn be¬vrijd, bij wege van voorlopige voorziening aan [geïntimeerde] te betalen een bedrag van € 5.000,00 bruto.
(…)"
3. In het onderhavige incident vordert [geïntimeerde] alsnog - zoals door haar in eerste aanleg was gevorderd - uitvoerbaar verklaring bij voorraad van voormelde voorlopige voorziening.
4. Anders dan Wolkenkrabbers cs hebben aangevoerd kan het oordeel van het hof uit de hier¬boven geciteerde gedeelten van het vonnis van de kantonrechter - mede gelet op het doel van een voorlopige voorziening, waaraan wezenlijk af¬breuk wordt gedaan indien deze niet bij voor¬raad is - niet anders worden geoor¬deeld dan dat hier sprake is van een kennelijke omis¬sie. De andersluidende stellingen van Wolkenkrabbers stuiten hier op af.
5. Hetgeen Wolkenkrabbers cs overigens hebben aangevoerd is onvoldoende om voormelde voorziening niet alsnog - en zonder voorwaarde dat eerst zekerheid wordt gesteld - uitvoer¬baar bij voorraad te verklaren. De onderhavige incidentele vordering zal dan ook alsnog wor¬den toe¬gewezen.
6. Bij deze uitkomst past het om Wolkenkrabbers cs te veroordelen in de kosten van dit in¬ci¬dent zoals gevorderd, aangezien het standpunt van Wolkenkrabbers cs ter zake [geïntimeerde] noopte tot het onderhavige incident. Daarbij heeft het hof de gehouden comparitie voor de helft toe¬gere¬kend aan dit incident.
7. Gelet op hetgeen bij de comparitie is besproken zal de hoofdzaak door het hof ambtshalve worden geroyeerd.
Beslissing in het incident
Het hof:
- verklaart de hierboven sub 2. geciteerde voorlopige voorziening uit het vonnis van de kantonrechter van 22 oktober 2010 alsnog uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt Wolkenkrabbers cs hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn be¬vrijd, in de kosten van dit incident, tot op dit arrest aan de zijde van [geïntimeerde] begroot op nihil aan verschotten en € 948,= aan salaris advocaat, welk bedrag dient te worden voldaan aan de griffier van het hof, die daarmee zal handelen overeenkomstig het bepaalde in art. 243 Rv;
- verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
- bepaalt dat de hoofdzaak ambtshalve wordt geroyeerd;
Dit arrest is gewezen door mrs. M.H. van Coeverden, S.R. Mellema en R.S. van Coe¬vor¬den en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 maart 2011 in aanwezigheid van de griffier.