Rolnummer: 22-000598-10
Parketnummer: 12-700149-09
Datum uitspraak: 1 december 2010
TEGENSPRAAK
Gerechtshof te 's-Gravenhage
meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Middelburg van 25 januari 2010 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1977,
thans gedetineerd in de PI Zuid West - De Dordtse Poorten - te Dordrecht.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van 3 september 2010 en 17 november 2010.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 15 juni 2009 te Vlissingen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] (telkens) gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of in de mond van die [slachtoffer] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd heeft geslagen en/of gestompt en/of dreigend een schaar, althans een scherp voorwerp, heeft getoond en/of dreigend de woorden heeft toegevoegd dat hij die [slachtoffer] de keel zou doorsnijden en/of zou steken en/of die [slachtoffer] bij de haren heeft gepakt en/of vastgehouden en/of aan de haren heeft meegenomen naar de slaapkamer van die [slachtoffer], en/of boven op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of gebruik heeft gemaakt van de vrees van die [slachtoffer] dat hij, verdachte haar zou slaan en/of stompen en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op of omstreeks 15 en/of 16 juni 2009 te Vlissingen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte, (teneinde die [slachtoffer] te beletten haar woning te verlaten,) de (toegangs)deuren van de woning van die [slachtoffer] op slot gedraaid en/of de sleutels en/of reservesleutels en/of mobiele telefoon van die [slachtoffer] onder zich genomen en/of gebruik gemaakt van de vrees van die [slachtoffer] dat hij, verdachte, haar geweld aan zou doen;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2008 tot en met 14 juni 2009 in de gemeente Rotterdam en/of in de gemeente Capelle aan den IJssel en/of in de gemeente Vlissingen, in elk geval in Nederland, (telkens) door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] (telkens) gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) (telkens) hierin dat verdachte die [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of de kleding van die [slachtoffer] heeft uitgetrokken, althans die [slachtoffer] van één of meer kledingstu(ken) heeft ontdaan en/of gebruik heeft gemaakt van de vrees van die [slachtoffer] dat zij door verdachte zou worden geslagen en/of gestompt en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 maart 2008 tot en met 14 juni 2009 in de gemeente Rotterdam en/of in de gemeente Capelle aan den IJssel en/of in de gemeente Vlissingen, in elk geval in Nederland, (telkens)opzettelijk gewelddadig [slachtoffer] heeft geslagen en/of gestompt en/of in een wang gebeten, tengevolge waarvan deze pijn heeft ondervonden, en/of letsel heeft bekomen;
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2008 tot en met 18 juni 2009 in de gemeente Vlissingen en of te Rotterdam, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, te weten
- door die [slachtoffer] meermalen ongewenst telefonisch te benaderen en/of sms-berichten te sturen en/of
- door die [slachtoffer] meermalen ongewenst (dreigende) mailberichten en/of MSN-berichten te sturen (met daarin onder meer: "Ik weet waar je moeder woont, ik zal het dus op haar moeten afreageren" en/of dat hij haar -die [slachtoffer]- toch tegenkomt en dat hij het niet gaat opgeven en/of "J denkt dat j veilig zit he..hahaha blijf vooral lache"), en/of
- door die [slachtoffer] op te wachten op straat en/of op straat hinderlijk te volgen en/of die [slachtoffer] ongewenst op straat te benaderen en/of
- door zich hinderlijk op te houden in de nabijheid en/of de omgeving van de woning en/of de verblijfplaats(en) van die [slachtoffer] en/of van de woning van de moeder van die [slachtoffer] en/of,
in elk geval door stelselmatig handelingen te verrichten waarmee (telkens) opzettelijk inbreuk werk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van die [slachtoffer].
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 eerste en tweede cumulatief en het onder 4 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 jaren met aftrek van voorarrest.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Naar het oordeel van het hof bevat het dossier ten aanzien van de verkrachtingen, ten laste gelegd onder
3 eerste cumulatief, onvoldoende steunbewijs voor de verklaringen van aangeefster ter zake. Derhalve kan niet wettig en overtuigend worden bewezen hetgeen aan de verdachte onder 3 eerste cumulatief is ten laste gelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 tweede cumulatief en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op of omstreeks 15 juni 2009 te Vlissingen door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] meermalenheeft gedwongen tot het ondergaan van een handeling die bestond uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina en in de mond van die [slachtoffer] duwde/bracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheid en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die [slachtoffer] heeft geslagen en/of dreigend een schaar heeft getoond en/of dreigend de woorden heeft toegevoegd dat hij die [slachtoffer] de keel zou doorsnijden en/of zou steken en/of die [slachtoffer] bij de haren heeft gepakt en/of vastgehouden en/of aan de haren heeft meegenomen naar de slaapkamer van die [slachtoffer] en/of boven op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op 15 en 16 juni 2009 te Vlissingen opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd immers heeft hij, verdachte, teneinde die [slachtoffer] te beletten haar woning te verlaten, de (toegangs)deuren van de woning van die [slachtoffer] op slot gedraaid en de sleutels en reservesleutels en mobiele telefoon van die [slachtoffer] onder zich genomen en gebruik gemaakt van de vrees van die [slachtoffer] dat hij, verdachte, haar geweld aan zou doen;
hij op 16 maart 2009 in de gemeente Vlissingen, opzettelijk gewelddadig [slachtoffer] in een wang heeft gebeten, tengevolge waarvan deze pijn heeft ondervonden;
hij in de periode van 1 maart 2009 tot en met 18 juni 2009 in Nederland wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer] met het oogmerk die [slachtoffer] te dwingen iets te dulden en/of vrees aan te jagen, te weten
- door die [slachtoffer] ongewenst sms-berichten te sturen en
- door die [slachtoffer] ongewenst (dreigende) mailberichten te sturen en
- door die [slachtoffer] op te wachten op straat en op straat hinderlijk te volgen en die [slachtoffer] ongewenst op straat te benaderen en
- door zich hinderlijk op te houden in de nabijheid en/of de omgeving van de verblijfplaats van die [slachtoffer].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
Verkrachting, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
Ten aanzien van het onder 3 tweede cumulatief bewezenverklaarde:
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zijn ex-vriendin gedurende bijna twee dagen in haar eigen woning van haar vrijheid beroofd en heeft haar gedurende die tijd tot tweemaal toe verkracht, waarbij hij haar onder meer heeft geslagen, een schaar heeft getoond en heeft gedreigd haar keel door te snijden en/of haar te steken. Verder heeft de verdachte gedurende ruim drie maanden wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van zijn ex-vriendin, onder meer door haar in de periode dat zij in een opvanghuis verbleef talloze sms- en mailberichten te sturen waar zij niet van gediend was en door haar ongewenst op straat te benaderen, waarbij hij haar ook een keer heeft mishandeld door haar in haar wang te bijten.
Feiten als de onderhavige - die, zeker waar het de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten betreft, een voor de rechtsorde schokkend karakter dragen - vormen een ernstige inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer en het valt dan ook niet uit te sluiten dat het slachtoffer nog geruime tijd zal lijden onder de psychische gevolgen van hetgeen haar is aangedaan.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 242, 282, 285b en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 3 eerste cumulatief tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 tweede cumulatief en 4 tenlastegelegde, zoals hierboven omschreven, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen ter zake meer of anders is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Bepaalt dat het bewezenverklaarde de hierboven vermelde strafbare feiten oplevert.
Verklaart de verdachte strafbaar ter zake van het bewezenverklaarde.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
30 (dertig) maanden.
Bepaalt dat de tijd, die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. D.J.C. van den Broek, mr. L.A.J.M. van Dijk en mr. J.W. Wabeke, in bijzijn van de griffier mr. J.C.A. Verhoef.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 1 december 2010.
Mr. D.J.C. van den Broek is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.